Afscheid van een passant, deel 2(slot)
. . . Tussendoor verhaalde hij over al zijn vrienden en kennissen die hij inmiddels bedank- en afscheidskaarten had gestuurd . . .
Bij sommigen, zoals bij ons, kwam hij persoonlijk afscheid nemen. “Ik hoop dat ik het nog mee mag maken”. “Mijn moeder wordt volgende maand 90!” zei hij met nadruk. “Het zou eigenlijk niet mogen, dat je op je 63e dit moet meemaken”. Here Jezus dacht ik, drieënzestig! Inderdaad, hij moet wel ernstig ziek zijn want ik schatte hem toch minstens vijftien jaar ouder! Zijn nuchterheid en positieve instelling, ondanks de slechte boodschap, vielen mij op. Ik wendde mij tot zijn vriendin die hij al veertig jaar kende. Toen zijn vrouw was gestorven en negen jaar geleden haar man, besloten zij om samen verder te gaan. Ik durfde niet naar haar leeftijd te vragen. Ze zag er minstens zo oud uit als hij niet bleek te zijn. Zij zuchtte, “tja en nu ben ik dadelijk weer alleêne” met een Brabantse tongval. Zij hadden hun kopje koffie leeg en stonden op om te vertrekken. “Misschien een week, mogelijk een maand, zeiden de doktoren.” “Ik groet jullie en nog bedankt voor de koffie!” Licht mankend verlieten beiden gearmd de winkel. Afscheid, voorgoed.