Poppenkast
De zogenoemde politieke poppenkast is de afgelopen jaren veranderd in een establishment. Vrolijke poppetjes in de kast zijn nu kaviaar kauwende reuzen in een burcht, die komende verkiezingen waarschijnlijk bestormd wordt door boze burgers. En dat terwijl de poppenkast van oorsprong eigenlijk al niet vrolijk is.
Als ik aan poppenkast denk, dan denk ik niet aan een kinderlijke vertolking van een goed toneelstuk, maar aan Jan Klaassen en Katrijn die elkaar binnen een halve minuut keihard op de bek slaan. Poppenkast was altijd al vechten. "Hoi Jan! Wat ben je aan het doen?," vroeg die gast met dat witte haar en zwarte bril die op Sam van Wie is Het? leek. Sam – gespeeld door mijn kleine zusje – begon dan meestal al te meppen. Jan vloog al snel vanuit het poppenhuis een tweede kamer in.
Je had ook een soort Koning en ik vond het als kind maar een vreemd gezelschap. Van die grote hoofden waar je je vingers maar met moeite ingedrukt kreeg. Zat je daar op je knietjes met je hand onder de zwarte jurk van de priester tegen Jan te roepen dat hij een mongool was.
Jan Klaassen was in feite een agressieve alcoholist. Een grote bonkige neus en rode wangen van de drank. Hij was trompetter. Blies hoog van de toren, maar daarna ging het snel bergafwaarts. ‘De kroeg werd als strategisch punt door ‘t hoofdkwartier bezet,’ zo wordt gezongen in het liedje. Vervolgens werd hij wakker in de armen van de dochter van de schout.
De vraag rijst of Katrijn de dochter van de schout is, of dat hij haar belazerde. Als ik naar de gelaatsuitdrukking kijk van Katrijn en de mate van poppenkastelijk geweld, denk ik dat Jan een schuinsmarcheerder was. Jans’ geblaas zorgde in ieder geval niet voor een harmonieus huwelijk.
Als je naar de kopstukken in Den Haag kijkt, de onvrede over de politiek onder de bevolking en de groeiende kloof tussen arm en rijk, zwart en wit, FIFA 17 en PES, dan lijkt het alsof er inmiddels zoveel kloven zijn, dat je niet meer zonder parachute op zak naar buiten kunt. En als je er dan overheen bent, sta je al snel op iemands tenen.
Zo wordt het onmogelijk om iets aan de vermeende burcht op een berg te doen. We kunnen roepen dat de schuld ligt bij de populistische Jan die het meeste geluid maakt, maar het lijkt wel alsof iedereen de laatste tijd met zijn hand in een pop zit. Trek hem eruit en schudt een andere.