Nog veertig dagen en dan mag ik uitchecken…

Zo jammer. Heb je net heerlijk gegeten in restaurant Perron 4/5 op station Amersfoort en daar sta je dan. De risotto met eekhoorntjesbrood met heerlijke witte Italiaanse wijn en het goede gezelschap zijn alweer vergeten. Een ijskoude douche. Zie ik het nou goed? Wordt er nu tien euro van mijn OV-kaart afgeschreven? Ik heb alleen maar gegeten in het restaurant op het perron. De heenreis maakte ik met de bus en nu wil ik met de trein terug naar Ede. Oh, dat is weer een andere lijn. Kreun. Mijn geluksgevoel van een paar minuten geleden verdwijnt als sneeuw voor de zon en die waanzinnige chocoladetruffelcake op mijn tong.

Voor het boemeltje richting Ede staan twee stoere mannen in gele hesjes. ‘Mag ik even wat vragen?’ ‘Natuurlijk, altijd.’ Dat is al zo’n fijn antwoord. Klantvriendelijk enzo. ‘Maar wij zijn de machinisten dus als u een vraag heeft over het inchecken dan moet u bij haar zijn, ze heeft geen dienst meer hoor maar iets vragen kan altijd.’ Hij wijst naar een NS-conductrice die in de eersteklascoupé zit. Een oudere dame met een gegroefd gezicht. Ze wenkt me naar binnen. ‘Ik help je wel meisje.’ Kijk, dan vergeet je dat je richting de vijftig gaat, erg prettig.

‘Hadden ze je niet verteld dat je in het restaurant moest uitchecken?’ Nee dus. ‘Stuur maar een berichtje naar de NS klantenservice. Komt vast wel goed.’ ‘Ga maar lekker in de eersteklas zitten bij deze gezellige dame, dan brengen we jullie veilig naar Ede,’ zegt een van de machinisten. Ik nestel me in de eersteklascoupé en de volgende vraag komt al weer binnenwandelen. Een meneer die geen idee heeft hoe hij via Ede naar Wychen moet reizen maar volgens mij was hij toch al een beetje de weg kwijt. Geduldig helpt de conductrice hem op weer op het juiste pad.

‘Ik heb er toch nog maar negen uur werken opzitten vandaag, kind, wat een rotdag had ik’ zegt ze terwijl ze haar boek pakt om te gaan lezen. ‘Nou, dan vind ik dat u wel een complimentje verdient. Is er een complimentensite van de NS eigenlijk?’ Ik zie dat ze vecht tegen haar tranen. ‘Door u kan ik vannacht weer slapen. De mensen van tegenwoordig mevrouw, het is echt niet leuk meer. De hele dag word je afgeblaft. Nog veertig dagen en dan mag ik met pensioen.’ We praten de rest van de reis over haar dromen, een reis naar Las Vegas, bejaardenzwemmen en gezellig met de man ritjes maken op de brommer. Lieve mevrouw de conductrice, ik wens u een prachtig afscheid, misschien een receptie in restaurant Perron 4/5? Het is u zo gegund!