Niet iedereen
Humberto zegt dat niet iedereen het gedaan zou hebben. Dat niet iedereen in het water zou springen, dat niet iedereen in die vlammende witte mini-van zou duiken. Dat niet iedereen een held is.
Op een avondje RTL late night, is er een item, over drie willekeurige mannen, die willekeurige daden, onzelfzuchtig, uitvoerden. Eerst, het verhaal van een jonge man, niet veel ouder dan ik. Slank, fit, normaal. Op zijn route van her naar der, elektricien, van beroep, ziet hij uit zijn raam de vlammende mini-van langs de snelweg. Velen wagens gingen hem voor, niemand stopte. Hij schoot langs, stopte direct. Zet de auto aan de kant, driehoekje aan, park. In de brandende wagen zaten vier kinderen, en de elektricien schoot hen te hulp, gaat naar de auto, en begint ze, waaronder de moeder, eruit te halen. Een deur zat vast, hij sprint terug naar zijn auto, ondertussen politie aangekomen, en hij keert terug met een gereedschap, en beukt iets los, en red de rest, in combinatie met de politie, en met vlammen nog steeds uitstijgend, rollend over de witte busje, de lucht in. Altruisme.
Daarna, twee oldtimers, ver boven hun prime, jeugdige geweldigheid, op een kille zonnige Nederlands middag, schuifelend langs een rivier, zagen een bakfiets, omgekanteld, en ondergedompeld. Vier babies in het water. Gruwelijk verhaal, letterlijk, niet op de straattaal manier gruwelijk. Nu komt het, ze, de oude mannen, twijfelen geen seconde, en springen vastberaden, bijna militair, in het water. Eén zwemt vooruit, en de ander blijft achter, dichtbij de kust. Eén grijpt een baby, en geeft hem door aan de ander, en zwemt verder, naar een andere baby, en herhaalt min of meer dezelfde actie. Een vrouw, ondertussen, schreeuwt dat er nog één is, onder water, onder de bakfiets. De man schrikt, baby was al lang onder water dan, en schiet ernaartoe, niet wetende waar zijn magische kracht van heldhaft vandaan komt. Uiteindelijk, alle babies safe, nadat een zuster, een andere heldin, aan de kant meehielp met de juiste handelingen, ademen, water los peuteren, en levens redden.
En terwijl ik die die laatste beelden zie, en terwijl het publiek applaudiseert, hoopmoedig, verrast, doch bescheiden, zegt Humberto, admirerend, ogen glinsterend, dat niet iedereen het gedaan zou hebben. De oude man, in de studio aanwezig, zegt dat hij het zo weer zou doen. En dat iedereen dit doet. En haalt zijn schouder op, de jonge elektricien eveneens. En ik vraag me af, of ik het zou doen. Of ik iedereen ben. Of juist, niet