Moed

JohanSchoots 14 nov 2016

Alle kwaliteiten van de mens hebben oorspronkelijk tot doel om hem te steunen in het proces naar Zelfkennis. Onder andere moed, rechtvaardigheid, vastberadenheid, dienstbaarheid en waarheidsliefde. Dat is de enige ware opdracht aan de mens. Van deze kwaliteiten is moed de belangrijkste. Moed is het overwinnen van angst om tot weten te komen. De angst die gepaard gaat met het afscheid nemen van meningen (ego) om zodoende in het onbekende te geraken. Meningen vinden hun oorzaak in het zelfbeeld dat de mens heeft. Zijn zelfbeeld is het product van onwetendheid.
Het is de gedachte aan het kwijtraken van onze (schijn)zekerheden die angst veroorzaakt, niet het onbekende zelf. Het onbekende is wat een mens werkelijk is, want wat is er dat het Ultieme zou kunnen kennen? Niet het zelfbeeld, maar uitsluitend dat wat er aan gelijk is, dus het Zelf(de). Dit hele proces om tot Zelfkennis te komen en het voleindigen daarvan in de Eenwording, wordt religie genoemd. Religie komt uit het Latijn en betekent ‘verbinden met…’.
De handelingen van de mens komen dan niet langer uit onwetendheid voort. Op dat moment is er geen discrepantie tussen hetgeen in de handeling wordt aangeboden en dat wat op dat moment nodig (van node) is. Het is Een, het is volledig. Het is de ultieme werking van de wet van de communicerende vaten. De verbinding is. Deze staat wordt Bewustzijn genoemd en wordt door het intellect als Waarheid c.q. Weten herkend. Anderen die niet in bewustzijn verkeren, kunnen deze handelingen aan de kwaliteit(en) herkennen. De meeste mensen hebben één of meer van dit soort ervaringen. ‘Alles valt dan op z’n plaats’.
Als een mens in onwetendheid verkeert dan komt dat omdat zijn intellect ‘versluierd’ is. Het hele proces van ontwikkeling betekent feitelijk ‘de wikkels/sluiers’ die over het intellect liggen oplossen. Als het intellect ‘ingewikkeld’ is dan wordt er niet Waar genomen. Hierdoor ontstaat een ‘frictie’ in de geest. De zogenaamde waarschuwing. Het Ware is geschuwd. Omdat er altijd (onbewust) een Toeschouwer is, wordt de onwetendheid gezien en ontstaat er onvrede/frictie. Deze onvrede leidt meestal tot compensatie in plaats van het voortzetten/oppakken van het proces van ontwikkeling. Als het proces van ontwikkeling wel wordt opgepakt dan komen de kwaliteiten beschikbaar. De kwestie is, willen we er gebruik van maken? Vandaar dat het probleem van de mens niet is, niet-weten, maar niet willen weten. ‘Waar een wil is, is een weg”.