Hospicemomentjes

Wendy Bijl 1 nov 2016

Het is rond half 11 in de avond. Ik zit in de prachtige tuin van het hospice waar ik werk als verpleegkundige, even bij te komen van een hectische dag. Vergaderingen, vakgroepoverleggen, zwaar weer voor de organisatie, bezuinigingen, alles is vandaag voorbij gekomen. En daarnaast natuurlijk mijn patiënten, die hun zorg harder dan ooit nodig hebben, en die ik allemaal weer veilig op bed had geholpen, hopelijk op weg naar een rustige nacht.

In mijn hoofd is het chaos. De nieuwe manieren van werken, onrust in de organisatie, alles vliegt door me heen. Zelfs hier, in de zorg voor terminaal zieken, moeten we met minder personeel aan steeds meer eisen voldoen. Flink wat om over na te denken.

Opeens hoor ik naast me een zacht ‘mooi hè, zuster’. Verschrikt kijk ik op, want ik had in mijn bubbeltje gezeten en totaal niet doorgehad dat er nog iemand in de tuin zat. ‘Sorry?’
‘Oh, sorry zuster, ik dacht dat u ook naar dat licht aan het kijken was’. Ruw wakker geschud uit mijn overpeinzingen wist ik echt even niet waar de man het over had. Ik kende hem wel, een oudere man van mijn afdeling, ernstig ziek en met nog maar heel kort te leven. Hij zat achter me. In zijn pyjama. Licht? Welk licht? Ik moet hem verbaasd aangekeken hebben, want hij moest een beetje om mij grinniken en wees naar de vijver.

‘Kijk zuster, de ondergaande zon schijnt op het water, het zijn net diamantjes, ik vind het zo mooi. Ik kom hier iedere avond om ernaar te kijken’.
Nou ben ik niet perse fan van ‘het verhaal met een moraal’, maar in dit geval werd ik er wel héél overduidelijk op gewezen dat er dan misschien wel zoveel problemen, lastige situaties en moeilijke dingen voorbij komen in het leven, maar dat het de kunst was om intens te blijven genieten van deze hele kleine mooie zaken.

Deze man, die toch wel grotere problemen dan ik in zijn leven was tegengekomen in de afgelopen tijd, bezat meer het talent om nog iets moois op te merken dan ik. Ik schaamde me er een beetje voor, en samen hebben we al kletsend naar de diamantjes in het water gekeken. Toen ik naar huis ging heb ik geen moment meer aan alle toestanden van de dag gedacht. Goed voornemen: Zoek in de troebelste tijden naar de glinsteringen aan de oppervlakte.