Niet verleggen maar overschrijden
Iemand zei eens tegen me dat ik weliswaar een hoge muur om mijn comfortzone heen heb, maar dat ik ook hoog kan springen. Ze bedoelde dat ik nogal tegen grote veranderingen en avonturen op kan zien – ik ben dan wekenlang letterlijk misselijk van spanning – maar dat ik me daar niet door laat weerhouden. Je zou kunnen zeggen dat ik daarmee mijn grenzen verleg, maar eigenlijk is het eerder grenzen oversteken: ik spring uiteindelijk wel over die muur heen. Als je je grenzen zomaar kon verleggen, zou je nooit je comfortzone uit hoeven. Je zou het hek gewoon wat verder naar achter schuiven, de kring wat groter maken, maar nog steeds niet uit je hok komen. Pas als je grenzen overschrijdt, verken je onbekend gebied, ontgin je ruw terrein. Een nieuwe baan, een nieuwe stad, een ander land. Dan ontdek je onbekende mensen, mores en misschien ook munten, die wel steeds bekender worden, maar niet snel echt eigen zullen zijn. Pas als je er helemaal mee vertrouwd bent, heb je je leefwereld werkelijk vergroot. Als je de grens zou verleggen, zou je alles wat je al kent oppakken en meenemen naar een andere plaats of situatie en daar weer toepassen. In je nieuwe baan zou je alles aanpakken zoals je altijd al deed. In de nieuwe stad zou je alleen kopen bij vertrouwde winkels. En in een ander land zou je stug je eigen taal blijven spreken. Je zou het nieuwe gebied – mentaal, geografisch, cultureel – inlijven, bedelven onder jezelf. Je zou niks leren, niks nieuws beleven, niks te vertellen hebben. Niet je leefwereld vergroten, maar alleen je bereik. De uitdaging is dus om grenzen te overschrijden, steeds opnieuw, zonder ze te verleggen. Het komt eruit te zien als een soort van polderlandschap: elke bestaande dijk blijft liggen en nieuw ingepolderd gebied wordt omringd door een nieuwe dijk, een stukje verderop. Een bloemkoolvorm, waarbij elk roosje een verhaal vertelt. Als grenzen zouden worden verlegd, zouden er geen roosjes zijn, maar alleen een grote wolk als resultaat. Uniform, of op zijn best een melange van twee of drie smaken. Geen echte grenzen eromheen, maar een dikke elastiek. Even duwen en hij dijt al uit. Geen hoge muur om overheen te springen. Geen misselijkheid van spanning. Geen voldoening of verwondering. En geen vergroting van je wereld.