Ik heb dyshistorie
Ik heb dyshistorie, daar ben ik van overtuigd. Geen dyslexie of dyscalculie, maar dyshistorie. Geschiedenis, ik kan er niks mee. Ik kan het me niet herinneren, me niet voorstellen en me er ook niet echt voor interesseren. Niet zo fraai, voor een hoogopgeleide jonge vrouw, ik weet het. Maar het is niet anders. Lange tijd heb ik me er tegen verzet, me ervoor geschaamd. Ik ben opgegroeid in een gezin waarin maatschappelijke interesse vanzelfsprekend was, en kennis van en belangstelling voor geschiedenis hoorde daarbij. Op de middelbare school had ik zelfs Geschiedenis in mijn pakket (waaróm?!?). Maar ook dat heeft niet mogen baten. De dag voor proefwerken en examens stampte ik alles in mijn hoofd om het op het gevraagde moment te reproduceren. En daarna was het weer verdwenen, voorgoed. Er is gewoon geen plaats in mijn hoofd voor geschiedenis, ik mis daar een linkje. Maar om daarvoor uit te komen was een grote stap. Het hoort niet, het is een groot taboe. Totdat ik me realiseerde dat ik gewoon een beperking heb, dat het een naam heeft. Een grens aan mijn vermogens. Weliswaar is de aandoening nog niet erkend en is de naam nog niet geregistreerd, maar dat kan niet lang meer duren. Dyshistorie. Patiënten verenigt u! Het erkennen van mijn beperking, van mijn grens, voelde als een bevrijding: eindelijk hoefde ik niet meer te doen alsof ik wist waar anderen het over hadden, eindelijk hoefde ik niet meer te doen alsof het me interesseerde. En ik begon er zelfs de voordelen van te ervaren. Geschiedenis is vaak helemaal niet zo relevant om het heden te begrijpen, omdat een heleboel anderen – zelfs zij die het heden bepalen – ook niet zoveel van de geschiedenis weten. Of omdat de geschiedenis helemaal geen uitsluitsel geeft. Want ook voor historische gegevens blijft altijd de vraag: wie heeft nou echt gelijk? Het enige wat ik als gewone mens dan hoef te weten is dát de geschiedenis de reden, de oorzaak of het excuus is voor het heden. Ik hoef helemaal niet te weten hoe het precies zit. En dat is een hele opluchting, mijn grens is mijn verlossing. En zo zie je maar, waar een grens vaak markeert, verbindt en verdeelt, kan een grens ook bevrijden. Enige voorwaarde is dat je hem niet verlegt, bewaakt of oversteekt, maar simpelweg erkent.