Gewoon, heel gewoon
“Attentie dames en heren, vanwege een aanrijding met een persoon rijdt deze trein niet verder dan Zuidhorn, er worden bussen ingezet vanaf Zuidhorn naar Groningen, onze excuses voor het ongemak”, galmt het door de trein. De trein is vol, bomvol, maar iedereen blijft rustig zitten. De oordoppen gaan weer in en de mensen turen weer verder naar hun telefoonscherm. Alsof het gewoon is, er is gewoon wéér iemand voor de trein gesprongen. De trein staat nog stil op het perron en gaat binnen enkele minuten vertrekken, omdat Arriva gewoon mensen moet vervoeren.
Ik sta op, waarom weet ik niet, maar ik loop de trein uit. Beduusd sta ik wat voor mij uit te staren op het perron, er is iemand dood, gewoon dood. Wie is het, waarom en hoe dan? Een conducteur ziet aan mij dat ik wat verstrooid op het perron sta en vraagt mij waar ik heen moet. Naar Assen meneer, naar Assen, maar er is iemand voor de trein gesprongen. De conducteur reageert gewoon en helpt mij bij een alternatieve route naar huis. Ik moet een uur wachten, om mijn honger te stillen haal ik een patatje, een heel gewoon patatje.
De treinen blijven rijden, ook naar Zuidhorn en daar ergens achter, achter Zuidhorn is er iemand doodgegaan. Ik vraag mij af wat jij gedacht moet hebben, wat jouw reden is om te gaan springen. Ik vraag mij af wie je bent.
Mijn trein komt aan op het perron en ik stap in. Wanneer we rijden tuur ik door het raam, we gaan snel, ging de trein die jou geraakt heeft ook zo snel?
De trein raast gewoon door, tot ik thuis ben.
Gewoon weer thuis.