Een oude man, een oude traditie
Mam, vraagt mijn zoon van zes, wanneer ga jij dood? Nog lang niet, antwoord ik, wij worden allebei 100 toch? Ik wil net zou oud worden als Sinterklaas, zegt hij vervolgens. Maar hoe oud is hij eigenlijk? Dat weet ik niet, zeg ik, dat is het geheim van de Sint.
Het is bijna Sinterklaastijd en ik kijk uit naar mijn favoriete Nederlandse traditie. Ik heb mijn eerste 10 mandarijnen alweer op, verlanglijstjes worden gemaakt en de datum van pakjesavond is geprikt. Ik verheug me op het gezicht van mijn kinderen als ze liedjes bij de haard zingen. Hoe ze vol ongeloof in hun schoen kijken, zich al pepernoten kauwend afvragen of het paard het suikerklontje lekker vond.
Het is oktober en het gezeur begint weer. Sinterklaas is alweer een issue in de politiek en in de media. Dit gezeur heb ik niet gemist. Iemand met teveel vrije tijd vindt het zielig voor al die mensen die zich misschien associëren met zwarte piet, het ‘slaafje’ van sinterklaas. Dat Sinterklaas een oude man is die zelf zijn schoenen niet kan strikken gaat er niet in. Door hier zo ver in mee te gaan dreigen wij Nederlanders onze oeroude traditie bij het grofvuil te zetten.
Ebru Umar zei laatst ergens dat je kiest om je beledigd te voelen. Als mensen mij voor dom blondje uitmaken kan ik kiezen om te gaan huilen of ze denkbeeldig de dikke vinger te geven of mijn schouders op te halen. Je kunt kiezen om lekker pepernoten te eten en uit volle borst ‘Zie ginds komt de stoomboot’ te zingen, met een brok in je keel als hij voet aan land zet. Een feest waar iedereen aan mee kan en mag doen, je beleeft je jeugd opnieuw.
Je kunt ook kiezen om je beledigt te voelen door dit kinderfeest, deze jarenoude traditie, om met een spandoek bij de intocht gaan staan (2 handen bezet = geen pepernoten) of je er in de tweede kamer druk over te maken (bij gebrek aan betere politieke standpunten). Ik weet het wel. Ik sta in de regen met mijn kinderen te zingen, help ze pepernoten te scoren, geniet van de opwinding, eet nog meer mandarijnen, verkneukel me om het gedicht dat ik ga maken en hoop dat mijn surprise pas instort na Pakjesavond ipv ervoor. En ik hoop dat alle mensen er voor kiezen om met mij te genieten van dit geweldige feest.
En denk maar eens aan het geld wat deze discussie ons landelijk al heeft gekost aan tijd van kamerleden, onderzoeksbureaus, krantenpapier, mensen die zich hier druk om maken en in die tijd (vrijwilligers)werk hadden kunnen doen. En wat ze met dit geld bij de voedselbank hadden kunnen doen.