Chinggis Khaan en het Ohm-teken
Geïnspireerd door mijn vaders verhalen over Mongolië en Chinggis Khaan stond ook dit land op mijn verlanglijstje. Dat mijn vader niet mee is, ervaar ik overigens wel als een gemis. Dit zou een uitstekend vader-dochter moment zijn geweest. In het museum dat gewijd is aan deze bijzondere man met daar bovenop een 40 meter hoog beeld van hem ervoer ik pas de grootsheid en wat hij betekend heeft voor dit land. Terwijl ik rijdend dan wel te voet door dit land trek, bedenk ik me dat hij heel China had kunnen inlijven ware het niet dat de Chinezen nog de Chinese Muur hadden gebouwd om de Mongolen en in hun ogen tevens de barbaren buiten de grens van Mongolië-China te houden. Verder zie ik in de zachtheid van de woorden, handgebaren en tafelgebruiken niets van het barbarisme maar eerder overeenkomsten met het hindoeïsme. Onderweg naar een boeddhistische tempel en centrum van meditatie tref ik aan de voet van de 108 treden een mantra aan die elke Mongool kent en het is ook nog in het Hindi geschreven; ‘Ohm Mani Padme Hum’. Bij een souvenirshop langs de kant van de weg en ter hoogte van een gedenkteken die door onze reisgids Tsatsral (vrij vertaald als Zonnestraal) wordt aangeduid als ‘the Owl’ koop ik wat memorabilia en krijg ik nog een zilveren armbandje, dat van oorsprong Indiaas is, cadeau van de verkoper. Hij staat er met zijn gezin bestaande uit vrouw en een kleine baby en achter de shop bevinden zich twee Gers (je spreekt uit ‘Giers’). Als dank voor dit grootse gebaar geef ik hem het Ohm-teken cadeau die ik altijd bij me draag als bescherming. Ik leg hem uit dat het teken het eerste woord is van zijn mantra. Hij kan het niet bevatten en is zichtbaar ontroerd. Ik hoop dat hij en zijn gezin het teken zullen koesteren en dat het hun geluk, liefde en voorspoed zal brengen. ‘Ohm’.