Zittenblijvers!
Met mijn knieën vast onder het tafeltje en het zweet op mijn rug voel ik de hernia opkomen. De klas zit vol en de leraar vertelt mij welke vakken er allemaal zijn, hoe CITO toetsen werken en dat er elke week huiswerk is. Hij heeft haast merk ik, hij mompelt iets over Willem II en Ajax vanavond.
Nee, ik ben niet 15 keer blijven zitten, maar luister als vader waar mijn dochter van 8 elke dag mee bezig is. Ik schrik. In elke zin van hem komt toets voor.
Net als mijn dochter dwaal ik na 10 minuten af en komt Sander Dekker op mijn netvlies. Van deze staatssecretaris moeten minder kinderen groep 2 over doen. Waarom? In het buitenland gebeurt het ook veel minder. Waar heb ik dit eerder gehoord? Oh ja, bij de discussie over Nederlandse bestuurders die 100 keer zoveel verdienen als hun medewerkers. Moet wel, anders vertrekken ze naar het buitenland. Zo lang er wekelijks nog een beerput open gaat van niet integer handelende topmannen vind ik het prima. Lekker laten gaan.
Dat Sander als eerste argument het buitenland gebruikt, zegt mij genoeg. Symboolpolitiek ten top. Overal roept de VVD de laatste tijd iets over onze normen en waarden, maar bij ons eigen beleid is het buitenland de norm? In Turkije hebben 40.000 leraren een ontslagbriefje gehad. Niet omdat ze slecht lesgeven, maar omdat ze volgens Erdogan een bedreiging zijn. Voor wie? De kinderen? Sander, gaan we hier nu ook ontslagbriefjes uitdelen onder onze leraren?
Waarom is het buitenland zo belangrijk als het gaat om ons onderwijs? Leren van anderen is belangrijk, maar gebruik niet bij elke maatregel het argument dat we hier achterblijven. We mogen trots zijn dat onze kinderen elke dag naar school kunnen. Zijn mijn dochters het trouwens niet mee eens. Zij willen twee dagen naar school en vijf vrije dagen. Wel beseffen ze dat er ook genoeg landen zijn waar kinderen zich afvragen of hun schoolgebouw er nog staat, moeten werken of dat hun meester is opgepakt.
Als ik vroeger wat had geflikt en anderen de schuld gaf zei mijn moeder; ‘als een ander van de brug springt, doe jij het toch ook niet.’ Kortom, maak je eigen afweging. Als dingen niet goed gaan pak ze aan, maar wel graag op basis van wat we in Nederland belangrijk vinden.
‘Zijn er nog vragen?’ De leraar wenst ons een fijne avond en veel plezier met het voetbal. Ik hoop niet dat ik blijf zitten, heb namelijk niet zitten opletten.