Wie kan er in Nederland Minister President worden?
Het antwoord is iedereen. Mits je de Nederlandse nationaliteit bezit.
Volgens de Rijks voorlichtingsdienst, de Rijksoverheid en de in 1983 herziene grondwet bestaat er geen regelgeving of protocol voor de aanstelling van de Nederlandse Minister President. In de meeste landen geldt dat men onder anderen in het land geboren moet zijn om deze hoogste functie te bekleden.
Er bestaan regels voor de ministerraad en de leden van de 1e en 2e Kamer: men moet de Nederlandse nationaliteit bezitten. Maar wat de overige voorwaarden zijn voor een minister president is onbekend.
Waarom dit in een strak geregeld land als Nederland niet bekend is, blijft gehuld in een waas van geheimzinnigheid. Of men weet het gewoon niet. Er valt in ieder geval niets te onderzoeken.
Feit is dat dit mogelijk betekent dat elke buitenlandse mogendheid hier een paar miljard kan investeren, vervolgens de Nederlandse nationaliteit aan kan vragen, een politieke partij op kan zetten en verkozen kan worden tot Minister President.
Kim Il Jong zit zich vast al te verkneukelen. Is dit een maas in de Nederlandse wetgeving, of is het gewoon over het hoofd gezien?
Ik kwam op het idee om een en ander nader te onderzoeken na alle commotie rondom de nieuwe politieke partij Denk.
Hier heeft Sylvana Simons zich opgeworpen om als een vrouwelijke morele Mozes Nederland veilig door de Rode Zee van onverdraagzaamheid te leiden.
Op het eerste gezicht een prima plan. Sylvana is op Nederlands grondgebied geboren dus ging ik er van uit dat zij automatisch leider van deze Nederlandse politieke partij werd. Bij een overtuigende zetelmeerderheid zou zij de eerste Nederlandse vrouwelijke Minister President kunnen worden.
Maar haar politieke medestander Tunahan Kuzu, geboren in Istanboel blijkt zich nu als partijleider te presenteren.
Na alle racistische bagger die Sylvana de laatste maanden over zich heen heeft gekregen zou het een mooi moreel gebaar zijn geweest van Tunahan Kuzu om Sylvana naar voren te schuiven als mogelijk eerste minister.
Een partij die haar bestaansrecht baseert op vrijheid, gelijkheid en verdraagzaamheid scoort meteen door aan te tonen hoe verdraagzaam en bruggen bouwend men bezig is. Terwijl men tegelijkertijd een vette politieke middelvinger naar racistisch Nederland opsteekt.
Maar zoals het er nu uit ziet, lijkt het er op dat Kuzu zijn toekomst als mogelijk Minister President belangrijker vindt dan de uitingen van onverdraagzaamheid aan het adres van zijn partijgenote.