Want volgend jaar word ik veertig…
Volgend jaar word ik veertig.
Ik typte de voorgaande vijf woorden als intro voor alweer een spitsvondige column, maar na de afsluitende punt belandde ik in een schrijversblok vanjewelste.
Zonder overdrijven: ik heb een volle twintig minuten naar die ene zin zitten staren, mijn vingers zwevend boven het toetsenbord. Twijfelend of ik er met de backspace-toets misschien tien jaar af zou liegen.
Wat zou het ook? Niemand kent me, hooguit een handvol mensen leest deze column en fictie heeft ook zo zijn charmes. Maar helaas: deze jongen zit dus weldra op tram 4.
Mijn vrouw is dertien jaar jonger dan ik.
Kijk, zo wordt het al een stuk minder ellendig. De halfbejaarde van daarnet heeft zijn rug gerecht en laat fier zijn hanenkam zien. Het gemompel uit medelijden verstomt en wordt nu overstemd door bewonderend – ja, zelfs jaloers – gekakel.
Om alle achterdochtigen even de mond te snoeren: nee, ik heb die vrouw niet besteld bij één of ander postorderbedrijf, noch had ze een verblijfsvergunning nodig. Neem maar gewoon van mij aan dat ik er voor mijn leeftijd nog best aantrekkelijk uitzie. En indien er tóch een foto van de auteur bij deze column staat: de belichting was fout, ik had slecht geslapen en de fotograaf was dronken.
Mijn vrouw wil dat ik gezonder ga leven.
Ai, hoongelach ontsteekt in de massa. Hoe groter het leeftijdsverschil, des te herkenbaarder waarschijnlijk deze derde gedachte. Weg: als avondeten enkel drie afgeprijsde biefstukken naar binnen schransen – vergeet die biefstukken sowieso maar, want ‘wij’ eten tegenwoordig vegetarisch. Weg: pintje of twee, drie om die halve koe naar binnen te klokken, want volgens vrouwlief is het ongezond om elke avond alcohol te drinken. Volgens al mijn Vlaamse vrienden valt dat laatste dan weer wel mee en zit er overigens toch geen alcohol in Heineken.
Ik heb mijn fitness-abonnement heropgestart.
Zover is het dus gekomen.
De instructeur – 55 en zo strak als iets erg straks dat me nu niet te binnen schiet – heeft mijn vetpercentage opgemeten. Ik blijk voor ruim een vijfde uit vet te bestaan. 21,6% om exact te zijn. Dat is meer dan tien keer zoveel als het vetgehalte in chocoladevla. Denk dáár maar even over na. Zelfs papperige toetjes zijn er beter aan toe dan ondergetekende.
Maar alles komt goed, zegt de fitnessinstructeur. Als ik maar gezonder ga leven, en mijn cardio-schema goed volg.
En reken maar dat ik dat zal doen.
Want volgend jaar word ik veertig.
(En ik moet van mijn vrouw.)