Rest in peace
Een angstige blik. Twee speurende ogen staan gegraveerd in het vuile en bezwete gezicht. Langzaam beweegt hij zich voort door de tomeloze stilte om hem heen. Behoedzaam. Stap voor stap. De vredige rust waarin hij zich bevindt werkt verdovend. Plots wordt deze rust bruut verstoord. Weer die angstige blik. Hij gooit zich in de modder van een strak aangelegd perkje, of wat er nog van over is. Langzaam komt hij tot bedaren en herpakt zich. Hij wurmt zich door het dikke struikgewas om een beter beeld van de situatie te krijgen. Niets. De rust was wedergekeerd, maar tegelijkertijd leek dit een illusie. Het kon niet. Het zou niet. Als een jagend roofdier hervatte hij schuchter, zijn omgeving afspeurend, zijn opgedragen weg. Langs met mos begroeide muurtjes, strak aangelegde heggen en geruïneerde tuinen. Zoekend naar een teken van leven. Een teken van hoop. Dan hoort hij iets bekends. Een zacht geratel gecombineerd met stemmen. Stemmen die hij moeilijk thuis kon brengen. Het moeten ze zijn, het kan niet anders. Het geratel wordt almaar heftiger en neemt een angstaanjagende hoedanigheid aan. Als aan de grond genageld, zo staat hij daar. Hoe kon hij zo dom zijn. Met al zijn ervaring hoorde hij beter te weten. Door stomheid geslagen wierp hij zich in de dichtstbijzijnde kuil. Daar trof hij een herkenbare gestalte, welke sprakeloos in de verte tuurde. De gestalte bevond zich in een andere wereld, ver weg van deze hel. Tijd om na te denken was er echter niet. Het geratel werd al maar heviger en een angstaanjagende gestalte kwam tergend langzaam zijn kant op. Het geknetter van kogels barstte los en de rust van net was totaal verdwenen. Een hels vuurgevecht was losgebarsten. Wanhoopskreten klonken overal om hem heen. Voor even voelde hij zich niet zo eenzaam als daarvoor. Hij keek en ving een glimp op van de naam van het dorp waarin hij zich bevindt. Oosterbeek. Waarna hij tergend langzaam in elkaar zakte. Starend naar de vredige eeuwigheid. De hel van de oorlog achter zich latend, op weg naar de eeuwige vrede. Helaas moest hij het bekopen met zijn leven.
Oosterbeek en Arnhem werden voor veel jonge mannen hun laatste rustplaats. Vol vertrouwen, vechtlust en moed. Onderweg om een onbekende zijn vrijheid te geven. Welke door velen met de hoogste tol werd betaald. Aan ons de taak hen niet te vergeten, te bedanken en voor altijd te respecteren. Voor deze helden; ‘rest in peace’.