Quarter-life crisis
“Nee joh, dat is je quarter-life crisis”, werd er naast mij op de bank gezegd. Quarter-life crisis? Het moet verdomme niet gekker worden. Op het moment van schrijven ben ik slechts een paar maanden de vierentwintig gepasseerd en nu al zou ik in deze vermeende twijfelfase zitten. Ik wist het zeker: mij wordt hier een oor aangenaaid. Bij vrijwel elke rage of nieuwe trend loop ik namelijk hopeloos achter. Op de middelbare school krabbelde ik op tafels in plaats van op Hyves, Snapchat heb ik pas sinds kort en broeken met van die gaten bij je knieën, die koop ik over een jaar in de uitverkoop. Je gaat mij niet vertellen dat ik nu ineens voorloop.
Na het horen van deze uitspraak schiet ik zoals gewoonlijk vol in de verdediging. Wat een kul. Terwijl ik de nodige gefundeerde, kraakheldere argumenten op tafel gooi – variërend van ‘Nee hoor, ik ben Brabants’ tot ‘Ik ben toch hartstikke mindful’ – begint het ineens te dagen. Kut. Die foodtruck-droom. Het opzetten van een eigen kaartenlijn. Bij de eerste de beste bevalling jezelf afvragen of kinderen misschien toch niet iets voor jou zijn (don’t ask, dieptepuntje). Stuk voor stuk uitingen van mijn intrinsieke strijd tegen de tijd. Een vrij heftig spiegel-momentje.
De quarter-life crisis (in de volksmond het dertigersdilemma genoemd) schijnt een typisch westers fenomeen te zijn en karakteriserend voor de huidige generatie. Nu vind ik al dat gezever over generatie y grote onzin, maar blijkbaar ben ik slachtoffer van keuzestress en onrust. Daar zit je in de spreekwoordelijke bloei van je leven dus echt niet op te wachten. Dat je ineens in een vlaag van verstandsverbijstering een te goedkoop Transavia-ticket naar Marbella boekt in de hoop daar een goed lopende frikandellen-startup op te zetten. Of al mediterend op een eenwieler door Nepal op zoek naar jezelf. Zit je daar tussen de monniken een linksomgedraaid bakje gefermenteerde kool weg te werken, kom je er ineens achter dat het leven eigenlijk best dikke prima is.
Jeetje. De dag die je wist dat zou komen is eindelijk hier. De quarterlife-crisis, vrij heftig. Maar goed, je kop in het zand steken heeft weinig zin en laten we het eens van de positieve kant bekijken. Gelukkig kan ik nog drinken en feesten alsof mijn leven ervan afhangt. Zonder krijsende kinderen of een mislukte frikandellen-startup. Nee, de quarter-life crisis is zo slecht nog niet.