over de grens, een nieuwe wereld

Tegen eind augustus reisde ik voor mijn studie naar Nederland. Los van een vakantiereis naar Curaçao, was dit mijn eerste reis naar het buitenland. Toen het vliegtuig net de lucht in was dacht ik: “Waar ben jij aan begonnen?” en toen kreeg ik een gevoel van heimwee. Maar desalniettemin heb ik het volgehouden. Ik heb onderweg flink wat gegeten, naar films gekeken en muziek beluisterd om de reistijd van acht uren wat in te korten. Een poosje na vertrek uit Paramaribo kwam ik aan in de nieuwe wereld. Het vliegtuig landde op Schiphol. Door mijn allerliefste tante werd ik opgehaald en zij bracht mij onmiddelijk naar de universiteit waar ik ben ingeschreven om mij aan te melden. Ik kreeg te horen dat ik de volgende dag direct moest starten met het volgen van colleges. Vermeldenswaard is dat ik toen nog geen kamer had in Nijmegen, waar de universiteit staat, waardoor ik dagelijks vanuit Lelystad, waar mijn tante woont, moest reizen naar de universiteit en terug. Wat een karwei! Verder moest ik nog op mijn hoede zijn om geen Surinaams te spreken. Want bepaalde stopwoorden die in Suriname gebruikelijk zijn komen er vrijwel automatisch uit. Mijn neefje, Kylan, die leerde mij van alles en nog wat over Nederland. Sommige zaken waren wel overbodig. Zo vertelde hij mij wat een televisie is en hoe het werkt, terwijl de televisie ook in Suriname geen luxe meer is. Maar goed. Tot nog toe bevalt het mij goed.
Een van de meest opmerkelijke zaken die mij opvielen, is dat Nederland een land is waar men constant op opportuniteiten uit is. Men overweegt steeds waaruit het meeste profijt te kunnen halen en hoe te kunnen klimmen op de maatschappelijke dan wel de economische ladder. Dat stimuleert mij mij extra in te zetten ten einde mijn doel hier te bereiken.
Verder moet ik waarheidsgetrouw vermelden dat Nederlanders erg vriendelijk zijn. Van de kassier tot de voorbijganger op straat. Van een kleine glimlach tot een praatje. Natuurlijk kom ik soms wel uitzonderingen tegen. Maar dergelijke gevallen zijn in de minderheid.
Als ik iets zou mogen veranderen aan Nederland, zou het het sociaal leven zijn. Ik vind dat de meeste burgers hier te gebonden zijn aan hun zaken, waardoor er wat schort aan het sociale aspect.
Samengevat verdient Oranje een pluimpje voor haar sociaal- economische ontwikkelingen, maar het kan nog altijd beter.