NIET BIJ LATEN ZITTEN

Ronald van der Drift 5 sep 2016

Op de valreep kreeg ik van mijn dochter een paar gedragsregels in mijn schoot geworpen. Ze wilde voorkomen dat ik te nadrukkelijk aanwezig zou zijn tijdens de ouderavond over het thema ‘Kanjertrainingen’. Welke vader zou zich niet willen verenigen met de kwetsbare schoonheid van deze wens. Daarom ging ik van harte akkoord en realiseerde me hoe fijn het is de hardnekkige menselijk neiging te excelleren overboord te kunnen gooien. Toen de docent vertelde dat het een interactieve avond zou worden hield ik mijn hart vast en dat bleek geen loos alarm te zijn geweest. Na de inleiding kregen we de vraag voorgeschoteld of we iemand willen zijn die te vertrouwen is. Er werd een gebied aangewezen waar men zou kunnen staan om de stelling te bevestigen. De belofte aan mijn dochter en mijn besef van de onzinnige vraag van de docent brachten mij in verlegenheid. Iedereen spoedde zich – vermoedelijk bang om door de eigen schaduw te worden ingehaald – vliegensvlug naar de gewenste locatie. In deze bizarre situatie hield ik mezelf staande door welbewust te blijven zitten.

Een mens kan goed beschouwd onmogelijk onbetrouwbaar handelen. Het weet hebben van ons handelen betekent immers er mee instemmen. Ons zelfbewustzijn is een fundamentele eigenschap van ons mens-zijn. Waar we ook staan, zitten of liggen; we vertegenwoordigen altijd onszelf en moeten steeds antwoord geven op de wisselende omstandigheden. Er is geen ontkomen aan en daarom is onstabiliteit een zeker kenmerk van ons menselijk bestaan. Ongetwijfeld ploeteren we vaker meer dan ons lief is, maken we soms joekels van fouten, sloven ons bovenmatig uit en houden we te veel achter onze ellebogen of worden we misselijk van strooplikkers. Gelukkig vallen we dankzij ons vermogen tot zelfbewustzijn nooit volledig samen met onze tijdelijke dwalingen en bevliegingen.

Volgens filosoof Sartre herschept een mens zichzelf onafgebroken en is hij onvermijdelijk veroordeeld tot vrijheid. Gelukkig zat ik daar niet mee.