Mijn tongpuntje arjenrobbent graag

Jaap Bastiaan 6 sep 2016

Waar ik naar keek: zo’n honderd sfeervol brandende kaarsen
en kaarsjes. En schoon, fris ruikend, lichtblauw linnengoed.
Waar ik naar kijk: jaloersmakend strijklicht dat jouw gastvrije,
sierlijk golvende lichaam streelt.

Mijn tongpuntje loopt, sluipt, slingert, slalomt links om, rechts om,
ja, arjenrobbent over overbekend terrein: jouw glossy designbody.

Een rondweggetje. Steeds kortere rondweggetjes naar een opwindend,
opgewonden topje van een zachte, kneedbare welving. Een hink stap
reuzensprong zijwaarts naar het andere opwindende, opgewonden topje.

Twee blonde golven overspoelen mijn mond.

Jouw mouche. Een lievelingsplekje. Een vast, tijdelijk parkeerplaatsje.

Het puntje van mijn tong swingt, schuifelt, maakt een schijnbeweging,
en nog een, kapt, draait, dolt, dribbelt, daagt uit,
ja, arjenrobbent als nooit tevoren. Jouw huid proeft en voelt overheerlijk.

Een slip of the tongue. Een vrije val in een kuiltje dat je voor mijn tongpuntje
hebt gegraven. Zelf prikt, priemt en graaft het graag kuiltjes in jouw volmaakte
lichaam.

Je kreunt mijn naam en zet nagels in mijn huid. Kippenvel, ja zelfs,
onderhuids kippenvel. En waar ik ook kijk: mijn haartjes doen de wave.

Genoeg ge-arjenrobbend. Nog een sprint. Een eindsprint: fiebelefors
rent mijn onvermoeibare tongpuntje recht op het doel af.