Mijn naam is Koos
Sinds vier augustus ben ik van naam veranderd. Het was in het begin even schrikken, ik wilde in de overlevingsstand schieten en mijn naam direct weer veranderen in mijn roepnaam,maar al mijn energie was daarvoor al opgebrand. Ik had geen reserves meer om te investeren in een naamsverandering. Nu kleeft deze naam al meer dan een maand aan mij. Het is alsof ik praat over mijn alter ego, de nietsnut, de ongemotiveerde, zwarte schaap van de familie. Iedere keer voelt het alsof ik gefaald heb als ik kennissen, familieleden of moeders van mijn kinderen moet vertellen dat ik niet langer door het leven ga als Debbie.
Nu, 2 gesprekken, 6 brieven en 12 inschrijvingen bij diverse bureau’s verder ben ik nog steeds geen steek verder. Koos is er nog steeds. Ik weet dat ik mezelf de kans moet geven. Ik ben pas 1 maand bezig om van mijn naam af te komen. Wanhopig zoek ik naar strohalmen op het internet. Vele bekende websites worden nogmaals doorgeplozen, geanalyseerd en vervolgens beoordeeld. Vrienden en familie worden gerekruteerd en op pad gestuurd met maar 1 missie, Koos te lozen. Het is een bittere strijd die niet makkelijk gewonnen gaat worden.
Koos achtervolgt mij als ik boodschappen aan het doen ben op een maandagochtend. Als ik ramen aan het zemen ben op dinsdagmorgen. Wanneer ik de koelkast uit sta te soppen op woensdagmiddag. Op donderdag om twee uur als ik de kinderen uit school moet halen en zelfs op vrijdagochtend als ik computerles geef op school.
Soms heeft Koos zijn echt wel zijn voordelen, ik geef het toe. Maar toch lijkt het me weer heel erg fijn om weer door het leven te gaan als Debbie en niet als ‘Koos Werkeloos’.