Mijn advies aan Danny Blind: mottenballen
Volgens de media staat bondscoach Danny Blind er moederziel alleen voor om het Nederlands Elftal naar het WK van 2018 te loodsen. En natuurlijk: er is bij de KNVB sprake van een dramatische leegloop. Maar voor de rest is het natuurlijk onzin. Want Nederland kent immers zo’n zestien miljoen – onbezoldigde – bondscoaches. Dus dat valt wel mee. En dat is maar goed ook, want naar verluid is Oranje inmiddels weggezakt naar de 26ste plaats op de wereldranglijst. Neemt u even een slokje. Hoe diep kan Oranje nog zakken, of eigenlijk: hoe diep wíl Oranje nog zakken?
Gelukkig heeft Danny Blind miljoenen collega-bondscoaches. Laat hij er zijn voordeel mee doen.
Ik ben er een van. Om te beginnen moet hij de buitenspelers gewoon op de bank zetten. Als ze niet van het niveau zijn van Overmars (ten tijde van Ajax en Arsenal), of Robben, dan voegen ze veel te weinig toe aan Oranje. De beste, meest complete en creatieve voetballers van het Nederlands Elftal zijn de middenvelders. En daar heeft Blind er veel van. Ik noem: Schneijder, Klaassen, Wijnaldum, Strootman en Pröpper. Daar voeg ik nog aan toe: Willems, Hendrix, zoon Daley Blind en de talenten Bazoer en Riedewald. Keus te over. Wat doet Blind? Hij stelt er slechts drie van op, terwijl het middenveld bijna altijd moet opboksen tegen vier middenvelders van de tegenstander en Oranje vaak met de punt naar voren speelt en er dus maar twee middenvelders als balveroveraars overblijven. Dat brengt mij bij het volgende punt: het 4-3-3 systeem moet onmiddellijk op de helling. Ook dat eeuwige, sentimentele geneuzel over De Hollandse School mag van mij subiet stoppen. Een 4-4-2 systeem is veel beter, ook al omdat Blind beschikt over prima spitsen, zoals Janssen en De Jong, die ook nog complementair zijn aan elkaar.
Dinsdag moet het tegen Zweden beter. Het kan zijn dat de Zweden maar met een spits spelen. Dat houdt in dat Oranje ook rustig met een 3-5-2 systeem zou kunnen voetballen en dus nog meer complete en creatieve spelers zou kunnen opstellen. Ideaal.
Tot slot: ‘we’ moeten aanstaande dinsdag winnen van de Zweden. Dat kan met een ander en veel beter systeem en voetballers die durven voetballen. We moeten durven ballen. We motten ballen. Mottenballen.