Mag ik je ruiken?
Ze keek me vol liefde aan en speelde met mijn ringen. Een grote glimlach verscheen op haar lippen. “Jij bent echt mooi. En jouw ringen ook. Als ik groot ben, wil ik ook precies dezelfde ringen.” Ze bracht mijn handen naar haar lippen en gaf er een dikke kus op. Zo eentje die alleen een kleuter kan geven. Ik schrok er een beetje van, maar was in één opslag verliefd. Het was zo’n klein gebaar, maar het raakte me. Misschien had ik de laatste tijd net dat beetje extra liefde nodig. Dat juist een 4-jarige dat snapt. Nog in gedachten verzonken, hoorde ik haar vragen: “Mag ik je ruiken?” Een beetje verbaasd door haar verzoek, knikte ik onzeker. Ze bracht haar neus naar mijn hals en snoof. Haar lippen krulden zich tot een lach. “Lekker?”, vroeg ik haar. “Ja, heel lekker,” antwoordde ze. Ik hield haar handen vast en bedacht me hoe erg ik kinderen om me heen had gemist. Hun onbevangenheid, hun eerlijkheid. Hun onverdeelde aandacht. Toen de bel ging, pakte ze mijn hand en huppelde naar binnen.
In de klas ging het meisje naast me zitten. Om de haverklap probeerde ze mijn handen vast te pakken. Me te aaien. Ze bekeek me uitvoerig. Inmiddels had ze ook de veertjes in mijn haar gevonden. Terwijl de juffrouw doorpraatte, fluisterde ze: “Ik ga straks aan mama vragen of ik ook veertjes in mijn haar mag.” Ze draaide zich weer om naar de juffrouw, onderweg zachtjes in mijn knie knijpend. Even later bekeek ze me weer. “Ik hou van jou,” verklaarde ze vol trots en zonder schroom. Ik lachte naar haar. Wie was dit engeltje? Haar handen waren vies van de zandbak, haar haartjes in de war. Zo jong en toch zo duidelijk over wat ze voelde. Weemoedig dacht ik aan mijn relaties. De mannen die me niet begrepen, die moeite hadden met gevoelens en met name om die met mij te delen. Hadden die maar wat meer op dit meisje geleken!
Aan het einde van de dag nam ik afscheid. Aanhankelijke engeltje had op de hoek van de klas op me gewacht. Ze gaf me haar tekening. “Deze is voor jou,” zei ze. “Elke keer als jij komt, maak ik een cadeautje voor jou.” Zwaaiend verliet ze het klaslokaal, mij met een grote glimlach achterlatend.
Ik ben er inmiddels uit. Na deze middag is het me totaal duidelijk geworden. Ik wil later kleuter worden.