Ik slikte het als hapklare quinoa-salade.
Ik zag laatst de vakantiefoto’s van afgelopen zomer; een gezonde, Nederlandse meid keek mij aan met een grote glimlach. Dat diezelfde meid genoot van het leven, was niet alleen van haar gezicht af te lezen. Een beetje ongemakkelijk sloot ik mijn laptop af en besloot dat er wat dingen zouden veranderen. Verantwoord genieten werd mijn credo, en af en toe ‘nee’ zeggen tegen een stukje taart kon zéker geen kwaad.
Maar ja, hoe dóe je dat? Ik besloot mijn grote vriend Google te raadplegen en maakte daarmee gelijk fout nummer één. Google is misschien mijn beste vriend geweest tijdens het schrijven van mijn scriptie, maar voor de rest bleek het één beerput vol zogenaamde voedingsexperts.
Het leek wel een jungle, vol met havermouthipsters en foodbloggers. In mijn pogingen om ‘beter’ te eten, faalde ik telkens weer. De Belvita-koekjes die claimen een perfect ontbijt te zijn, waren na een week snel weer van de baan en mijn kommetje yoghurt met cruesli bleek een dodelijke combinatie (suikers!). Een bakje havermout was niet te pruimen zonder spontaan spastische darmen te krijgen en die boterham met hagelslag had ik al heel lang geleden de deur uit gedaan.
Ik voelde – en voel – mij als een vlieg die verstrikt is geraakt in het World Wide Web. Alles wat ik ooit dacht te weten over eten, blijkt één grote grap. De ene dag zijn koolhydraten dikmakers, de andere dag worden ze verwelkomd als de zoete geur die een bakker in de ochtend produceert. Verzadigde vetten probeerde ik eerst te mijden als de pest, maar ook dat blijkt nu een inzicht van lik-mijn-vestje aangezien mijn lichaam diezelfde vetten in zekere mate nodig heeft.
Die akelige jungle heeft mij opgeslokt en uitgespuugd. Moedeloos word ik soms van mezelf. Alle tijd die ik ondertussen heb besteed aan het bestuderen van etiketjes, het rondsnuffelen op internet en het bijhouden van mijn calorie-inname, had ik óók op een andere manier kunnen besteden. Het grote probleem van internet is dat ie-de-reen er iets op kan zetten. De grootste onzin wordt als hapklare quinoa-salade (géén koek!) geslikt en onwetende mensen, incluis moi, hebben geen flauw benul wat ze nog moeten geloven. Het gevolg? Een dwangmatig afgekickte Bourgondiër met een haat-liefde verhouding op het gebied van eten.
Ondertussen kijk ik met weemoed terug naar die vakantiefoto’s van afgelopen zomer. Je kon misschien wel zien dat die gezonde, Nederlandse meid van het leven genoot, maar ze genóót.
En is dat niet het allerbelangrijkste?