Hondje

Anderhalve keukenrol. Zoveel papier was er nodig om het bloed van het kleed af te vegen. Zondag avond, de laatste avond van de eindeloze zomer, liep aan zijn einde. En daar zit je dan, op je knieën het bloed van het kleed af te vegen. Een berg witte tissues met helrode vlekken vormt zich naast je. Je bloedeigen hond, hondje, gebeten door het exemplaar van de buren.

In een flits van een seconde was het gebeurd. Gegrom en geblaf. Een gil zoals ik die niet kende van je eigen hond. Of kwam het uit mijn eigen mond? Snel pluk ik het trillende hoopje hond van de straat en leg hem binnen op het kleed. Maar een klein stukje lopen, we waren amper begonnen aan de standaard avondwandeling; de voordeur had ik nog niet eens dichtgetrokken. Woede en angst gieren door mij heen terwijl ik sussende woordjes tegen mijn hondje fluister. “Het komt goed jongen, rustig maar, we gaan je helpen, sssstt niet huilen het komt goed.” Maar diep van binnen weet ik dat die woorden meer voor mijzelf bedoeld zijn. De rest van het gezin komt gealarmeerd de kamer binnen en knielen neer. Geschokt door het tafereel wat zich hier op het kleed afspeeld en met vraagtekens over de toedracht van de diepe wonden van onze hond. Meteen wordt de auto voorgereden en vertrekken we voor een nachtelijk bezoek aan de dierenarts. Het komt wel goed.

Twee uur, negen hechtingen en een hond suf van de pijnstillers later vinden we ons weer in de eerste scène. Terwijl ik ook het laatste bloedspoor van de deur naar het kleed wegveeg, hoor ik de brievenbus zachtjes dichtvallen. Een witte memo; naam en telefoonnummer van de buurman. Ach, ik snap wel waarom hij niet aanbelt. Ik kijk naar het zielige beestje, onze vrolijke, ondeugend en speelse viervoeter, en hoop bij mijzelf dat hij deze klap te boven komt. Dit is niet de eerste keer dat hij gepakt werd door een hond uit de buurt. Ik herinner me toen de onthutste “maar dat doet onze lieverd anders nooit” van het baasje. Daar moesten we het toen mee doen. Het duurde een aantal weken voordat onze familiehond weer de oude was. Machteloos leg ik een kleedje over het beestje en hoop dat hij de nacht doorkomt. Morgen zal ik het kantoor naast de hondenmand moeten plaatsen. Op de eerste werkdag wordt er thuis gewerkt.

Baasjes van Nederland, let op uw honden. Het zijn niet allemaal lieverds.