De eerste avondmaaltijd after
We zitten aan tafel, iedereen eet van zijn eigen bord en we kletsen gezellig over de dag. De borden gaan leeg en niemand zeurt over het eten. De kinderen vinden het niet zo lekker maar snappen dat ze niet iedere dag macaroni met kaas kunnen eten.
Zo ziet een avondmaaltijd met ons gezin er in mijn ideaalbeeld uit.
Mama heeft tenslotte moeite gedaan om:
1) te bedenken wat we vandaag weer zouden kunnen eten
2) de boodschappen te doen
3) te koken en ondertussen een peuter en een kleuter bezig gehouden. Die persé wilden ‘helpen’ met koken maar na 2 minuten op ieder klusje waar je in plaats van meer werk daadwerkelijk echt iets aan hebt, uitgekeken zijn
4) als het tijd is om te eten iedereen tegelijk aan tafel te krijgen.
Bij ons thuis. Is de werkelijkheid anders. Bijna niet voor te stellen. Ik, die eten zó belangrijk (en lekker) vind, zal het toch wel voor elkaar krijgen om kinderen af te leveren die aan tafel, met bestek, eten wat de pot schaft zonder de maaltijd naar elkaar te gooien of in hun haar te smeren?!
Na 3 weken vakantie realiseer ik me; doel vooralsnog niet behaald. In mijn ‘after vakantie, ik ben heus nog wel relaxed modus’ verbaas ik mij zelfs niet als een van de kinderen tijdens het eten plotseling in zijn blootje rondjes om de tafel rent. Waarom? Geen idee. Zat ik niet op te letten? Is er gevraagd: ‘mama is het ok als ik mijn eten onder de tafel parkeer, van tafel ga, mijn kleren allemaal uittrek en rondjes ga rennen?” “Pardon? Wat zeg je? Eh, nee wat denk je zelf?”. Waar waren wij zo ontzettend hoog opgeleide opvoeders, wij die een harmonieus gezinsleven nastreven en onze kinderen ‘moeiteloos zouden gaan opvoeden’ gewoon zoals het hoort, op dat moment?
Wij zaten wél te eten, gemoedelijk te praten, hadden even geen zin in gejengel en namen op dat moment onder het mom: ‘juist op maandag na de vakantie moet je het voor jezelf leuk maken om die vakantie dip te voorkomen’ een extra glaasje wijn.
Later op de avond, nadat alle chaos georganiseerd was en de kinderen na het douchen met gekamde haren in hun pyjamaatjes wél keurig in hun bedje lagen, dacht ik met een glimlach aan de gouden spreuk die ik leerde tijdens mijn eerste baan:
Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat.
Werkt altijd en je ziet de peuter die gierend van het lachen in zijn blootje rondjes om de tafel rent ineens als een levensgenieter die doet wat op dat moment nodig is om een vakantie dip te voorkomen.
Iemand nog wijn?