Burgers binden strijd aan met wetenschappers
Lou Corsius, vader van een ME-patiënte, en Frank Twisk, zelf ME-patiënt, binden de wetenschappelijke strijd aan met twee wetenschappers, boegbeelden van het Nederlands Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid, onderdeel van de Radboud Universiteit Nijmegen. Aanleiding is een in 2011 gepubliceerd artikel in The Lancet, waarin de wetenschappers stellen dat gedragstherapie (CGT) en oefentherapie (GET) veilig zijn en bij 30% van de patiënten tot herstel van het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) leiden.
CVS wordt onterecht als een synoniem voor Myalgische Encefalomyelitis (ME) opgevat. ME is een neuromusculaire ziekte die gepaard gaat met een complex van symptomen. CVS is een misleidende naam, omdat vermoeidheid slechts een gevolg van ME is en meer dan helft van de patiënten met de diagnose CVS geen ME-patiënt is.
Volgens de klacht die Corsius bij de universiteit indiende, is er sprake van misleidende uitspraken of ernstige nalatigheid, omdat de wetenschappers in hun artikel een onjuist beeld geven van de resultaten van een studie in Engeland (de PACE-trial) en geheel voorbij gaan aan de ernstige wetenschappelijke gebreken van die studie.
Wereldwijd hebben niet alleen patiënten, maar ook gerenommeerde wetenschappers de wetenschappelijke methode van de PACE-trial en het bijbehorende artikel van de betrokken wetenschappers bekritiseerd. Recent gepubliceerde herberekeningen van de PACE-trial onderzoekers bevestigen dat de beweringen in het omstreden artikel niet houdbaar zijn.
Op 23 september gaven Corsius en Twisk een toelichting aan de commissie wetenschappelijke integriteit op hun verzoek aan de Radboud Universiteit om het artikel in te trekken en afstand te nemen van de conclusies.
Slechts één van beide wetenschappers was aanwezig.
Tijdens het gesprek hebben Twisk en Corsius een map overhandigd met daarin uitgebreide documentatie over de problemen. Daaronder was ook een brief aan de voorzitter van de commissie van Mark Vink, huisarts en verzekeringsarts, die na het volgen van de aanbevolen oefentherapie al een aantal jaren bedgebonden is.
De beide wetenschappers hebben nu drie weken de tijd om hun schriftelijke reactie te geven op de documentatie. Daarna zal de commissie een oordeel vormen.