BEVROREN HARTSTOCHT

Ronald van der Drift 30 sep 2016

Het echtpaar stond verkleumd in de deuropening en stapte versuft naar binnen. De langdurige afwezigheid van tekenen van wederzijdse liefde was van hun gezicht af te lezen. Ze waren elkaar duidelijk kwijtgeraakt en niet meer in staat de kilte in hun samenzijn te omarmen. Het trieste beeld liet mij niet onberoerd. Mijnheer vertelde met aarzeling over de ontstane distantie en gebrek aan wederzijdse genegenheid, de voelbare leegte en de machteloze berusting. Hij voegde er aan toe alleen nog maar “bibberen” wegens de kilte in hun relatie en het brood uit de vriezer nauwelijks meer wil ontdooien. Mevrouw zat stokstijf in haar stoel en liet haar man ijskoud zijn gang gaan.

Vrijwel elke liefdesrelatie begint doordat we een zwak voor elkaar voelen, maar het vuur wordt na verloop van tijd minder, de wederzijdse belangstelling maakt plaats voor een andere vorm of kan onder het vriespunt dalen. De relatie functioneert, maar de liefde verhongert. Men krijgt het steeds vaker op zijn brood dat het minnekozen minder plaatsvindt en met groot enthousiasme wordt duidelijk gemaakt dat het euvel bij de ander ligt. Hierdoor wordt de relatie oudbakken en de ellende zet zich vast. Dit ongelukkige proces van vervreemding en dichtvriezen wordt ook wel egotisme genoemd. De broodnodige conversatie wordt nietszeggend en het huis wordt als gevolg hiervan in toenemende mate onbewoonbaar. Men zoekt allerhande triviale afleidingen en stelt zich tevreden met af en toe een kruimeltje.

Het echtpaar eiste aan het einde van de sessie een prognose. Gelukkig namen ze geen genoegen met mijn antwoord dat het zou kunnen gaan vriezen en dooien. Op de kunstijsbaan ontstond een grote plas water.