Vleugellam
We fietsten langs een boerenhofstee. In de stenen poort een oude piano, een antieke houten landbouwwagen waarop een ezelsveulenkaakbeen en een volière met daarin een stuk of tien gekleurde vogels. Ian, onze zoon van anderhalf, vond de vogels prachtig en kraaide van plezier. Het witte vogeltje dat op z’n rug lag te kronkelen op de grond, die zag hij niet. Wij wel, we vonden het zielig, dachten dat hij wel snel dood zou gaan. Met of zonder hulp van de eigenaar.
Er kwam een man op leeftijd uit de deur die vooral geïnteresseerd was in Ian, hem in z’n nek kietelde en wat dingen in onverstaanbaar Limburgs zei. Ik vroeg een paar keer wat hij zei. Meestal praten Limburgers verstaanbaarder als ze merken dat je Hollander bent, maar deze niet. Ik had al kunnen concluderen dat ABN in de verste verte geen optie was omdat er een geel briefje op z’n borstzak was gespeld waarop in kinderlijk handschrift "politie" geschreven stond.
Na toch nog wat harder proberen en beter luisteren begrepen we dat hij de huispapegaai wou laten zien. We vroegen aan de mevrouw die aan kwam lopen of dat in orde was. Na haar instemmende knik verdween de man naar binnen om even later weer te verschijnen met een grote groene papegaai op zijn schouder. Ian bewonderde de vogel met open mond. Het was een mooi moment waarin iedereen elkaar begreep. Of dat niet eens nodig had.
We kletsten nog wat met de mevrouw over de papegaai en de volière. Over het witte vogeltje dat op de grond lag te spartelen. Dat deed ie al vanaf geboorte zei ze. Hij kon via het gaas naar boven klimmen en zo op eigen kracht naar het voer en het water. Vliegen en lopen, dat ging niet lukken. Oud worden ook niet waarschijnlijk. “Maar hij hoort er bij, hij mag meedoen, hij is net zoveel waard als de rest. Dat vinden we hier van de mensen in het huis, dus ook van de dieren.”
Ik was even vleugellam. Daarna begonnen de radertjes in mijn hoofd hard te draaien. Er werd een en ander betreffende mijn opvattingen over leven en dood opnieuw geijkt. Wat een mooie uitspraak uit een warm hart.
Konden we allemaal maar zo denken en handelen. Dan zou de wereld heel wat mooier zijn.