Portret van een oudere

Hoewel haar ogen niet goed meer zijn staart ze uit het raam, kijkend naar verschillende kleuren die langs schieten. Vanuit vage geluiden haalt ze auto’s op, kinderen die gillen en stelletjes die kletsen. Het is een drukte van belang voor haar raam, waar ze achter vele planten verscholen zit. De leunstoel waar ze altijd in zit is geheel naar haar lichaam gevormd. Koffie wordt voor haar ingeschonken, eten wordt voor haar neergezet. Na een paar hapjes van de warme maaltijd pakt ze het bord en zet het op de rollator neer. Altijd een beetje schuin, zodat het elk moment kan vallen.
Mensen in de kamer zitten te kletsen, maar ze kan het niet volgen. Soms vangt ze een woord op, maar als ze iets wilt zeggen of vragen is het gesprek alweer tien zinnen verder.
Het bord wordt van haar rollator gehaald. Het restant eten verdwijnt in de vuilnisbak. Het bord afgewassen. Na de afwas wordt er afscheid genomen. Ze zwaait een zwak handje, doet haar bril af en staart weer uit het raam.

Hele dagen staart ze uit het raam, kijkend en luisterend naar het lawaai dat er langs gaat. Eten doet ze alleen als het voor haar wordt neergezet. Drinken staat uren voor haar neus zonder dat ze een slok neemt. Stukjes worst of kaas staat uit te drogen op haar rollator of op de vensterbank.
Steeds vaker komen er familieleden langs. Veel ziet ze hen niet, want ze zijn altijd in de weer. Afwassen. De was doen. Administratie. Financiën. Alles wat ze zelf niet meer kan. Soms praten ze wel tegen haar, maar wat ze zeggen vergeet ze gelijk. Herhalen doen ze vaak, maar dan hoort ze hen zuchten en steunen en vraagt ze niet meer. Ze drinken hun drankje, nemen afscheid en gaan weer. Als ze vertrokken zijn begint ze te huilen.
Tranen rollen over haar wangen. Ze huilt zonder geluid. Ze wil het niet toegeven. Dat ze een last is voor haar kinderen en haar kleinkinderen. Dat ze niet meer wilt.
De onsamenhangende stroom van gedachten maakt plaats voor moeheid. Ze hoort nog een vaag geluid in de verte en iemand die roept wat. Met veel moeite staat ze op, sluit ze alle deuren en gaat naar bed. Eenmaal in de slaapkamer is ze bekaf. Ze kleedt zich om en rolt onder de dekens.
Ze sluit haar ogen met een laatste gedachte. Was het maar voorbij.