Over de top

[email protected] 4 aug 2016

Vakantie vieren, met de nadruk op ‘vieren’, is een kunst op zich. Hoewel filerijden op zwarte zaterdag, met veertig graden je tentje uitbranden en tien uur in een te krappe vliegtuigstoel zitten natuurlijk ook zijn charme heeft. En laten we vooral de voorpret niet vergeten. Die kan elke vakantie bij voorbaat tot een adembenemende onderneming maken.

Zoals wel vaker heb ik deze zomer gekozen voor een fietsvakantie. Een parcours zonder verkeersdrempels, maar met serieuze pieken en dalen. Samen met veertien andere berggeiten wacht ik met mijn fietsmaat op de OAD-bus (Onbedoeld Allesbehalve Doorsnee, zo blijkt later). Onze bestemming: de Spaanse Pyreneeën. Aldaar in veertien dagen te overbruggen: 1334 kilometers. Nee, de kortste route is het niet, wel de mooiste.

De bijna twintig uur durende busreis is iets minder fraai, maar eindigt spectaculair. Het gebrek aan slaap zijn we al snel vergeten als de chauffeur van dienst in het zicht van de haven een half uur lang rondjes gaat rijden. Zonder TomTom blijkt onze camping onvindbaar, maar een plaatselijke omloop als deze doet onze wielerharten sneller kloppen dan ooit tevoren.

Hoewel menigeen gebroken op de camping arriveert zijn de tenten in een mum van tijd opgezet. Behalve die van ons. We zijn dan ook de enigen met een circustent. Veertig haringen, dertig minuten en tien vloeken later staat ons onderkomen als een huis. Jammer alleen dat we dit vehikel de komende twee weken tien keer moeten verkassen.

Een kwestie van accepteren. Zoals dat ook geldt voor de corveedienst, de hitte, de lekke banden, de tegenwind, de valpartijen, de zadelpijn, de tegenliggers en de gemiste afslagen. Liggend in onze crepeeruitrusting worden we ’s nachts verblijd met hondengejammer, mobiele terreur en vuurwerk uit een elektriciteitshuisje. Rust in de tent is kortom ver te zoeken.

Op rustdagen hebben we nog net voldoende energie om onze fietskleding schoon te krijgen en de plaatselijke pinautomaten op te sporen, mede omdat onze reisbegeleiders ons van de nodige doping voorzien. Die twee schotelen ons dagelijks een driegangenmenu voor, repareren fietsen, slaan proviand in, zetten luifels op, leggen noodverbanden aan, fungeren als taxi en behoren in OAD-termen (Ondanks Alle Drama’s) tot de buitencategorie.

De vraag is wat ik volgend jaar ga doen. Na al die ontberingen. Na al die malaise. Na al die bovenmenselijke inspanningen. Na al dat geploeter en gezweet. Na al dat gedoe. Fietsen natuurlijk! (Ook Achterstevoren Desnoods)