Mensen

Bij ons in de buurt zijn – net als in de rest van het land – Syrische mensen komen wonen. En daar wordt behoorlijk gemengd op gereageerd. Waar de één blij is dat deze mensen een nieuwe kans krijgen, zijn er ook een hoop ze het liefst zien vertrekken. Op zien rotten, zelfs. Alsof zij persoonlijk het kwaad zijn.

Kijk, die asielzoekers, of vluchtelingen, of Syriërs, zijn mensen. Net als jij en ik. Dus laten we beginnen met ze ook gewoon zo te noemen; mensen. Die mensen woonden in een huis met meubels, een tv, laptop, telefoon en andere luxeproducten. Die mensen hadden een baan, en kinderen die naar school gingen; een leven. Net zoals jij en ik. Totdat ze plots moesten vluchten, omdat familieleden en bekenden werden gedood en huizen werden verwoest.

En nu verblijven deze mensen in een vreemd land, waarvan ze de taal niet spreken en de gewoontes niet kennen, en moeten ze opnieuw beginnen. Helemaal opnieuw. Geen werk, geen “thuis”, geen vrienden of familie in de buurt, en met angsten en trauma’s die hen ’s nachts wakker houden. Als ze uit het raam kijken zien ze een wereld die hen vreemd is, een leven dat niet van hen is. Maar ze leven nog en krijgen een nieuwe kans en daar zullen ze ongetwijfeld dankbaar voor zijn, ondanks de minachtende, soms zelfs dodelijk blikken die ze krijgen toegeworpen als ze over straat lopen, omdat er mensen zijn die vinden dat zij hier niet horen. Omdat er mensen zijn die vinden dat er geen ruimte is voor hen die hulp nodig hebben.

En iedere keer wanneer ik mensen dit soort dingen hoor zeggen, bedenk ik me hoe het zou zijn om een vluchteling te zijn. Hoe het zou zijn als ik plotseling mijn familie verlies en mijn leven volledig verwoest wordt door een oorlog. Hoe ik me zou voelen als ik moet vluchten naar een vreemd land, waar ik (indirect) beschuldigd wordt van de gruweldaden die mij hebben doen rennen voor mijn leven. Hoe het zou zijn als ik iedere dag bang ben, omdat ik niet weet wat me te wachten staat, omdat ik de taal niet spreek, omdat ik nagekeken wordt op straat, omdat mensen me uitschelden en me vuile blikken toewerpen, en omdat er familieleden en vrienden zijn waarvan ik niet weet of ze nog leven. Hoe het zou zijn om alles achter te moeten laten om veiligheid te zoeken in een land waar ik eigenlijk niet welkom ben. Hoe ellendig ik me zou voelen en hoe verschrikkelijk eenzaam ik zou zijn.