Gerechtvaardigde heldenverering

Aha. 4 aug 2016

Mijn vriend kijkt graag wielrennen. Vanaf Omloop Het Nieuwsblad tot aan de Ronde van Lombardije: hij volgt praktisch iedere koers van enige betekenis. Ik ontbeer zijn passie (lees: wilskracht) om iedere zondag de hele middag voor de tv te zitten. Toch moet ik bekennen dat ik geregeld meekijk. Niet omdat ik wielrennen nou zo’n prachtige sport vind. Nee, ik houd van sport, van strijd, in het algemeen. Heroïsche gevechten tussen mensen die vol overgave voor hun sport gaan. De volledige concentratie, de verbetenheid op het gezicht, het zweet op het voorhoofd, de absolute wil om te winnen in de ogen. Mensen die alles opzij zetten voor hun sport, hun hele leven spenderen aan het perfectioneren van hun techniek en het verbeteren van hun uithoudingsvermogen. Dag in, dag uit pushen ze zichzelf tot het uiterste, verlangen ze niet minder dan het allerbeste van zichzelf. Dit zijn mijn ultieme helden. Vol ontzag en met grenzeloze bewondering kijk ik naar deze onfeilbare goden. Adembenemend. Ik voel me dan ook persoonlijk bedrogen als blijkt dat er doping in het spel is. Het beeld van de toegewijde, alles-opzij-zettende, keihardwerkende atleet brokkelt volledig af. De afgelopen decennia zijn diverse sporters betrapt op het gebruik van prestatieverbeterende middelen. Velen van hen wielrenners. Er zijn tegenwoordig maar weinig sporten waar zó frequent wordt gecontroleerd. Als groot liefhebber van het wielrennen is mijn vriend getergd door de negativiteit die het de sport oplevert: waarom ligt het wielrennen zo onder de loep, terwijl al die voetbal- en tennisdopeurs vrolijk door mogen?? Ik kan maar één reden bedenken: de fascinatie die we hebben voor de sporter is direct gerelateerd aan ons geloof of ongeloof voor hun prestatie. Ga maar na: een voetballer die twee keer 45 minuten over een veld rent? Kan best. Een tennisser die een potje over en weer slaat? Kunnen we zelf ook wel. Een wielrenner die drie weken lang iedere dag in moordend tempo een paar honderd kilometer fietst? Iedere dag fris en fruitig aan de start, zonder zadelpijn, blaren, zonnesteek, uitputtingsverschijnselen en spierpijn? Tja, minder geloofwaardig hè. Ik zeg niet dat het niet mogelijk is. Het is echter voor onze gelimiteerde hersens niet mogelijk om te bevatten dát het kan, omdat we niet kunnen voorstellen dat we het zelf zouden kunnen. Maar ik wil het zó graag geloven, vooral om het beeld van mijn helden in stand te houden. Daarom hoop ik op Olympische Spelen met gerechtvaardigde heldenverering.