Functie

JohanSchoots 11 aug 2016

Meestal koppelt een mens zijn functie aan de bezigheden waarmee hij geld verdient. Hierdoor kent hij maar één functie van zichzelf en denkt dat dan ook te zijn. Je hoort iemand dan ook vaak zeggen, ‘ik ben verkoper’ of ‘ik ben accountant’, etc.. Feitelijk heeft ieder mens legio functies. Steeds als er iets op zijn pad komt, dan doet zich dat voor als een vraag. Op dat moment is het de functie om aan die vraag te beantwoorden. Functie heeft dus niets te maken met wat een mens denkt te zijn, maar met wat zich op dat moment aan hem voordoet. Dus met tijd en plaats. De functies kunnen op één dag variëren van accountant naar echtgenoot, ouder, vriend, chauffeur, minnaar, schoonmaker, collega, etc..
Wanneer een mens zich niet bewust is van het feit dat hij afhankelijk van tijd en plaats steeds met een andere functie te maken heeft, dan zal hij vanuit zijn conditionering aan de vraag beantwoorden. Hij is zich dan niet bewust van wat de omstandigheid vereist, maar wordt geleid door gewoontepatronen. Dus een onbewuste, mechanische handeling die voortkomt uit de neerslag van zijn verleden. Er heeft dan ‘compensatie’ plaats gevonden. De betekenis van het woord compensatie vertelt ons dat het een ‘bedachte’ oplossing betreft (compensatie=met denken). In tegenstelling tot het juiste antwoord dat uit ‘weten’ voortkomt. Compensatie is altijd het gevolg van niet (willen) weten.
Wanneer zich iets aan de mens voordoet, dan ‘vertelt’ dat iets hem wat het nodig heeft en dus niet ‘ik’ (‘Ik’ is het product van de identificatie met de conditionering en leidt tot compensatie). Wanneer zich iets aan de mens voordoet, dan is beantwoorden op dat moment zijn beroep, dat waartoe hij geroepen wordt (‘hij die oren heeft hore’). Deze informatie komt via de zintuigen binnen als de zintuigen verbonden zijn met het ‘iets’. In deze staat spreken we van observatie om tot waarneming te komen. Het is het empathische vermogen van de mens. Om uit de individualisering te komen en aldus tot waarneming, is het beoefenen van observatie essentieel.
In onze cultuur heeft de misvatting dat de mens een ‘zondaar’ zou zijn een stevige plaats ingenomen. Feitelijk betekent ‘zondaar’ een handeling die zonder-waar(heid) is verricht. Het heeft niets te maken met wat de mens is, maar met een handeling. Om die reden hoeft een mens zichzelf niet te verbeteren/te vervullen, maar de fúnctie (handeling) moet vervuld worden. Dat vervullen kan uitsluitend vanuit Zichzelf en dat (wat hij is) is Volmaakt.