Vakantieleed in Amsterdam Oud-Zuid
Voor iedereen die het even niet meer ziet zitten, heb ik opbeurend advies. Verschans je op een willekeurige werkdag rond lunchtijd in een broodjeszaak aan de Beethovenstraat in Amsterdam. Je baas vindt dit vast niet erg. Na een uurtje meeluisteren met gesprekken tussen verwende pubers, weet je weer dat je leeft. Een ‘up-je’ noem ik dat. Die middag werk je productiever dan ooit.
Meisjes van pakweg zestien jaar bespreken er hun levens en, vooral, hoe ze aankijken tegen het bestaan van anderen. Getooid in Oud-Zuid tenue, parkeren hooggehakte meiden hun scooter voor één van de scholen in de buurt. De les kan wel wachten want er moet geluncht. Niet met roze glacé koeken maar met salades. Want je lichaam is een tempel en de hashtag ‘fitgirl’ moet natuurlijk wel ergens op sláán. Smetteloze huiden verraden het gebruik van goede dagcrèmes. Er wordt besteld zonder de serveerster aan te kijken. Een fel WhatsApp-scherm staat voortdurend open en krijgt meer aandacht dan de detox juice. Na het bestellen wordt er geroddeld over de ‘ober’: "Wat een treurige baan, zo blij dat ik niet in de horeca zit." Werken gaat simpelweg niet. "Een WhatsApp-blessure, je weet zelf."
Ik denk aan vroeger. Toen ik met een Eastpak rugtas vol Tipp-Ex naar school fietste en met rode wangen op jongens afstapte. Hoe zou mijn leven er destijds uit hebben gezien als ik toegang had tot Tinder, Snapchat en Facebook? Was ik op die leeftijd echt zo bleu als ik me herinner? Of zijn meiden in het huidige tijdperk meer gewend? Had ik willen ruilen met deze zelfverzekerde types die om de haverklap in hun designertas graaien? Oh god, ik klink als mijn tante. Of, erger, mijn Oma.
Voordat ik die vragen kan beantwoorden, trekken de kindvrouwen mijn aandacht weer. Uit één van hen komt een harde stem. “OMG!” Handen slaan voor monden en arrangeren halve knotten om het nieuws te verwerken. Ik vang op waar de paniek over gaat: “Zo niet chill. Mijn ouders hebben het voor ons verzwegen maar gisteren kwamen we er dus achter… We gaan dit jaar dus niet op vakantie naar Ibiza. Dusssss… Serieus. En we gaan volgende week al, tijd om op ze in te praten heb ik dus niet. Ze zeggen dat het op Mallorca ook best leuk is. OMG…“ Het hoge woord is eruit. Er staat een lepel overeind in de soep. Het openhartige kind kijkt de groep rond, op zoek naar begrip voor het leed dat haar wordt aangedaan. In plaats daarvan ziet ze medelijden in de ogen om haar heen. En een beetje angst, want wie moet nu de rekening betalen?