Salsa is niet op eigen risico.
Ik probeer altijd dingen te doen waarvan ik op voorhand denk: dit kan ik niet. Gewoon, om mezelf een beetje te prikkelen. En om ervoor te zorgen dat ik niet te lui word. Persoonlijk denk ik dat hoe meer dingen je doet die buiten je comfortzone liggen, hoe meer je (h)erkent wie je bent. Vooral als dingen falen. Dat is fantastisch. Pas als iets echt goed fout gaat voel je dat je leeft.
Hoe meer dingen je onderneemt buiten je comfortzone, hoe meer ‘karmabonus’ je ontvangt. Zo zie ik het zelf voor me. Volle spaarkaart? Gefeliciteerd. Je hebt jezelf geprikkeld en bent nu een beter mens aan het worden. Je kunt op deze hamster drukken en je überego losweken met de rest van je lichaam en ziel waardoor je in een staat komt van transcendentaal lichtgevend individualiteitsbesef. Vanaf daar blijft het dan natuurlijk wel een ontdekkingsreis. Er zijn wel uitzonderingen. Mijn hamster geeft sinds kort bijvoorbeeld ook licht maar dat komt omdat ik hem gemuteerde groentes voer uit de Albert Heijn en hem ’s nachts gebruik als zaklamp om mijn bucketlist af te strepen.
Maar dingen doen die eng zijn. Dan denk je aan een PhD robotethiek in China, of aan figureren in de Wereld Draait Door als tafelgast, of aan je eerste stagedag. Maar voor mij was het salsa. Met de gedachte aan mijn gymleraar in 3havo die me na de les een keer vroeg of ik hoogbegaafd was omdat mijn motoriek buitengewoon slecht was, besloot ik me op te geven voor deze naar mijn idee zeer sensuele en elegante dans. Op naar die volle spaarkaart.
Dat viel tegen. Salsales is geen verzameling van slanke jonge rijpe vrouwen die als geleide ventielen om zongebruinde goddelijke Spanjaarden heen draaien. Het zijn vooral blanke mannen en vrouwen met verschillende gradaties van ritmegevoel en aantrekkelijkheid. Maar er is geen touw aan vast te knopen wat mijn mede salsero’s nou precies bindt.
Het fijne aan salsa is dat je er geen eigen risico aan kwijt bent maar dat het wel degelijk therapie is. Zo voel je je zeker en lekker in je vel, want hoe vaker je het doet hoe meer het op sport gaat lijken. Je doet nieuwe contacten op, en je kunt totaal in stijl salsafeestjes bezoeken. Waarop wildvreemde mannen je ten dans vragen met wie je niks gemeen hebt, behalve dat je je allebei ooit hebt opgegeven voor salsales.
Als ik mijn spaarkaart vol heb kan ik die dus lekker door de strot van mijn gymleraar duwen.
Nu moet ik nog even sparen. ‘Ik ben Roos’ zeg ik meestal als eerst. ‘Ik ben nog maar beginner.’