Oogappeltjes

Bruun 11 jul 2016

Kijk ze daar nou toch zitten, mijn oogappeltjes. Amper een uur geleden wilde ik ze nog permanent wegwerken achter een dikke laag stucwerk, maar inmiddels smelt ik als sneeuw voor de zon bij de aanblik van hun genietende gezichtjes.

Binnentredende stralen zonlicht doen hun goudblonde haartjes wonderschoon oplichten. In hun knuistjes prijken twee kleurige plastic schaaltjes, elk gevuld met een handjevol Chipito’s. Gelukzalig staren ze naar de televisie terwijl ze de kaasknabbels een voor een soldaat maken. In een tijdsbestek waarin ikzelf met gemak twee zakken zou leegeten, genieten zij intens van hun schaarse lekkernijen. Onderwijl ademen ze onschuld en puur geluk, vrij als ze zijn van het benul van een wereld die in brand staat en gespeend van een dagelijks besef van de naderende dood. Het is een ontroerend tafereel waar ik urenlang naar zou kunnen kijken.

Ik realiseer me dat er ooit een moment zal komen waarop hun onschuld plaatsmaakt voor opstandigheid. Mijn rol van stoere, beschermende papa zal onvermijdelijk ingeruild worden voor die van een verstoteling met wie ze niet in het openbaar gezien willen worden en hun fluweelzachte kusjes zullen op den duur niet langer mijn gezicht beroeren. Jarenlang zal ik me in mijn eigen voortuin een weg moeten banen door een gelegenheidsparkeerplaats vol fietsen en scooters en geregeld zal ik met gepaste tegenzin worden voorgesteld aan alwéér een oversekste puber met een gezicht als een maanlandschap, die erop uit is om een van mijn dochters te bezoedelen. Het is eufemistisch gezegd een verontrustend vooruitzicht.

Met gemengde gevoelens pink ik twee traantjes weg; één van geluk en één van verdriet. Ik slaak een diepe zucht die wordt opgemerkt door mijn oudste dochter. ‘Wat is er papa?’ vraagt het empathische engeltje. ‘Niks hoor,’ probeer ik haar met licht bevende stem gerust te stellen. Ze beschouwt de kwestie als afgedaan en laat zich weer in de beeldbuis zuigen.

Zodra de kaasknabbels allemaal verorberd zijn, ontdoen de meisjes hun schaaltjes minutieus van overgebleven kruimels en likken ze dankbaar hun geel geworden vingertjes af. Tijd om boodschappen te gaan doen, besluit ik hardop.

Tot drie keer toe sommeer ik mijn kroost de televisie uit te zetten; schijnbaar in vloeiend Chinees want de boodschap komt niet over. Met een ferme druk op de rode knop van de afstandsbediening ruk ik ze geïrriteerd uit hun Nickelodeon-extase. Je zou ze toch achter het behang plakken…