Onbenullig 2

JohanSchoots 27 jul 2016

Onbenullig 2
In het eerdere artikel ‘Onbenullig’ wordt gesproken over de scheppingsstraal waarbij 1 staat voor Crea (Schepper) en 9 voor de volledige Schepping. Feitelijk toont de 1 (Schepper) zich als 9 (Schepping). In de gehele schepping zijn geen twee precies gelijken te vinden. Alles is eenmalig, afkomstig van de Een, en dus steeds nieuw. Omdat de mens zich verliest in ‘naam en vorm’ ervaart hij de Schepping als een verzameling van verschillende aspecten en ontgaat hem de Eenheid. De namen en vormen waar hij zich toe aangetrokken voelt, verbindt hij met ‘ik’. Door deze identificatie is hij zich de Eenheid niet bewust en zit hij gevangen in de wereld van de dualiteit. De wereld van mening omtrent voorkeur en afkeer. Menselijke, Geestelijke, Spirituele ontwikkeling is het proces waarbij de mens zich bevrijdt uit deze identificatie waarin hij zichzelf meent te kennen als een aspect van de wereld in plaats van als de Een (Crea). Als deze bevrijding slaagt dan toont deze wereld zich als 0, als illusie, als onwerkelijk.
Midden in de ‘scheppingsstraal’ staat het getal 5. Wanneer een mens in zijn ontwikkelingsproces deze positie bereikt heeft dan is zijn Gewaarzijn in het midden en kan naar twee kanten zien (Januskop). We kennen ons gebruik ‘op je 50ste verjaardag A-bra-ham (Aham, Sanskriet=Ik ben) zien’. De 0 in 50 laat zien dat de positie van 5 gerealiseerd is. In werkelijkheid heeft dit natuurlijk niet met verjaardag of leeftijd te maken.
Nieuwsgierig
In dit verband heeft ‘gierig’ betrekking op geren. ‘Meegaan’ in de wens naar het nieuwe, verlangen naar het nieuwe. Elke handeling van de mens vindt hierin zijn oorzaak. Verlangen naar het nieuwe! Als gevolg van zijn identificatie met de aspecten van de wereld (namen en vormen) zal hij in zijn verlangen naar het ‘nieuwe’ op zoek gaan in de wereld. In de wereld kun je echter alleen maar vinden wat je herkent. Her-kennen is opnieuw kennen. Dat wil zeggen dat het (onbewust) al gekend werd. In dit verband heeft ‘nieuw’ dus geen betrekking op werkelijk nieuw, maar op hernieuwde kennismaking.
Werkelijk nieuw (Eenmalig) wil zich doen kennen, omdat dit beantwoordt aan de wens tot Zelfkennis (Orakel van Delphi). Het is het gevolg van inzicht in plaats van het gevolg van identificatie met wat je niet bent. Met andere woorden, het ‘nieuwe’ komt niet voort uit de wereld, maar uit jezelf, de Een.