Mevrouw Dijkstra
‘We moeten wel kijken of het klikt,’ klinkt aan de andere kant van de lijn. ‘Natuurlijk,’ antwoord ik. Ik merk dat ik een beetje zenuwachtig ben. Alsof ik een date heb, maar dat is het natuurlijk niet. Dat zou zelfs heel raar zijn. ‘Dan zien we elkaar zo meteen,’ zegt ze en ik hoor aan de pieptoon dat ze heeft opgehangen.
Mevrouw Dijkstra is een dame van 88 jaar. Lichamelijk vertoont ze kuren, geestelijk is ze vlijmscherp. Sinds de bezuinigingen in de zorg wordt het contact met haar zorgverleners gesymboliseerd door een lauw washandje, waarmee ‘s avonds vluchtig onder haar oksels wordt geveegd. Tijd voor een sigaretje of een praatje is er niet meer. Om dit gemis op te vullen zal ik af en toe op bezoek gaan, als kersverse vrijwilliger van het Ouderenfonds.
Mijn ‘werkzaamheden’ bestaan uit koffie drinken en me laten vertellen over de mijlpalen van de twintigste eeuw. Ik kijk regelmatig naar National Geographic, maar zelfs de grootste ‘Nazi Megastructures’ kunnen niet op tegen het verhaal van een ooggetuige. Mevrouw Dijkstra vertelt over een meisje dat met haar ouders bij het spoor zit te wachten. Op gezette tijden komt er een trein tot stilstand. Afkomstig van de Joodse Schouwburg, op weg naar Kamp Westerbork. De korte tussenstop biedt genoeg tijd voor het meisje en haar ouders om brood en worst tussen de tralies te duwen. Het is moeilijk voor te stellen dat dit meisje dezelfde persoon is als de kranige dame die tegenover mij zit.
Andersom weet ik haar als jonge snotneus ook te verrassen. De uitdrukking op haar gezicht is onbetaalbaar als ik met mijn iPhone binnen luttele seconden een deuntje van The Skymasters kan laten klinken. Ze hoorde dit zestig jaar geleden voor het laatst op een grammofoonspeler. Nu klinkt het uit een klein glimmend apparaatje. Het is een ontmoeting tussen twee tijdperken. Mevrouw Dijkstra, The Skymasters en de orkestmuziek komen uit een tijd die ik mij alleen in zwartwit kan voorstellen. Mijn iPhone en de gestreamde Youtube-clip komen uit het digitale tijdperk, dat voor mevrouw Dijkstra al even ongrijpbaar is.
Het onwennige telefoongesprek is inmiddels een half jaar geleden. Sindsdien ga ik iedere week bij haar langs. In tijden van bezuinigingen is het aan ons allen om ervoor te zorgen dat de zorg voor ouderen meer is dan een lauw washandje. Af en toe op bezoek gaan kan al helpen. Bovendien krijg je er genoeg voor terug: goede koffie, stroopwafels en een plek op de eerste rang van onze vaderlandse geschiedenis.