Kommertijd
Vroeger gebeurde er in de zomermaanden weinig wereldschokkends. Te midden van het geweld van alledag trad bij het aanbreken van de maand juli een soort zomerverlet in werking, waarin de zorgeloosheid van boeren, burgers en buitenlui gewaarborgd was. Het stelde ons in staat om na een jaar lang zwoegen — of op z’n minst acte de présence geven — op kantoor, bouwplaats of andere locatie van tewerkstelling, onbekommerd te genieten van een welverdiende vakantie in binnen- of buitenland.
De adempauze werd gerespecteerd door terroristen en aanverwante criminelen die zich de rest van het jaar bezighielden met zaaien van dood en verderf. Het haalde ook bij hen de druk van de ketel. Eventjes geen zenuwslopend gepruts aan bomgordels en ontstekingsmechanismen. Gewoon lekker een paar weken recreëren in plaats van terroriseren. Zo genoten ook zij van een zorgeloze zomervakantie, hoe onverdiend die in onze ogen ook was.
Het waren weken van collectief ontstressen, onthaasten en even niets aan het hoofd hebben. Luchthartig en met een minimum aan herseninspanning maakten kampeerders hun dagelijkse walk of shame naar het toiletgebouw en brandden strandgangers hun blote voeten aan het loeihete zand van overbevolkte mediterrane stranden. Kranten waren zo dun als een velletje toiletpapier en maakten melding van het wel en wee van de eikenprocessierups, vervroegd aangetroffen pepernoten in de schappen van supermarkten en door dierentuinen uitgeschreven naamverkiezingen voor pasgeboren levende have; komkommernieuws dat zo lekker wegleest als je op vakantie bent.
Helaas is het officieuze zomerreces in onbruik geraakt de afgelopen jaren. Met name de zomer van 2016 gaat qua vreedzaamheid de boeken in als volstrekt atypisch. Een gruwelijke aanslag met een vrachtwagen in Nice, een gek die Duitse treinpassagiers met een bijl te lijf ging, een moorddadige schietpartij in München, zelfmoordterroristen die zichzelf opbliezen in Kabul en Ansbach… Te veel moord en doodslag om op te noemen. Het is een zomer van kommer en kwel geworden in plaats van komkommer en kwal, en dan zijn we nog maar halverwege.
Wat verlang ik toch terug naar de zomers van weleer, waarin je je hooguit druk hoefde te maken over een mislukte coupe soleil en je bij het horen van het woord raket impulsief aan een waterijsje dacht in plaats van een allesvernietigend projectiel. Hopelijk kunnen we ooit weer eens van zo’n onbezorgde zomer genieten.
De toekomst zal het leren.