Jongleren met de mythe van de Tour

De Tour de France is een wedstrijd die haar eigen grenzen, wetten en erecodes kent. Een afgebakend mythologisch rijk bevolkt door volkshelden met als levend hart de wielerpassie. De hiermee gepaard gaande heroïek van loutering en lijden hebben er voor gezorgd dat over wielrennen veruit de meeste en zeker de mooiste boeken geschreven zijn.

De Tour als “het beste voorbeeld van de totale mythe” (R. Barthes)
De Franse filosoof Roland Barthes publiceerde in de jaren 50 een analyse over het epische karakter van de Tour de France. Daarmee werd hij de meest geciteerde filosoof in wielerverhalen en wordt hij vaak aangehaald om te laten zien dat we hier niet zomaar te maken hebben met banale bonuspremierijderij.
In zijn belangrijkste werk ‘La mort de l’auteur’’ verklaar Barthes de auteur dood. Met andere woorden het is niet de auteur van een tekst maar de lezer die de betekenissen in een tekst legt en zelfs voortdurend verschillende betekenissen vindt, “The birth of the reader must be at the cost of the death of the Author”.

“I have a dream”:Tour de Marche
De Tour is een roman waarin elk jaar de verhaallijn verschilt maar het epische tijdsverloop dezelfde thematiek behandelt. In de geest van Barthes en zijn filosofie waarin men zelf een interpretatie mag geven aan hetgeen hem voorgelegd wordt, zou ik graag de Tour eens uit zijn eenzijdige wielerinterpretatie willen bevrijden. Zou het niet mooi zijn om eens een ‘Tour de Marche’ te organiseren. Niet zo Tour-onterend als Froome afgelopen week rennend tegen de berg op, maar met heroïsche hardlopers die net als in de Tour samenwerken in teams en kopmannen spontaan in volkshelden veranderen. Ik filosofeer over een aantal etappes met verschillende ondergrond (strand, bos, weg) en tussensprintjes voor de groene trui. Verder wat heuveltjes en serieuze trails voor het bollenklassement. Een echte race tegen de klok in de vorm van een 5km baanwedstrijd. En uiteindelijk natuurlijk het eindklassement dat zal resulteren in de ‘gele schoen’. Ook hier zie ik een rol voor meesterknechten die de boel op de kant zetten of gaatjes dichtlopen. Lopers die op het vinketouw zitten, af en toe moeten lossen of bij een ontsnapping in een heuse chasse patate terecht komen. Niets is ondenkbaar maar dichtbij is het evenmin. Laat bovenstaand gedachtenspinsel gewoon lekker een kleine (zweet)druppel geknoeide creativiteit zijn en verder niets tekort doen aan de mythe van de Tour, want jongleren met de mythe van de Tour, dat is pas linkeballen.