Etnisch ondefineerbaar
Vijf weken geleden liet ik m’n racefiets weer eens even nakijken. Zoals altijd lacht mijn fietsenmaker vriendelijk naar mij en vraagt mij waar ik al die tijd geweest ben. Ik show hem trots m’n zwangere buik. Hij feliciteert mij en vraagt direct met een bezorgde blik of ik het wel uithoudt met de ramadan. Ik schiet in de lach en leg hem uit dat ik niet aan de ramadan doe omdat ik katholiek ben. Ik dacht dat u Marokkaans was, zegt hij. Nee hoor, Chileens. Hij vertelt dat hij uit Afghanistan komt terwijl ik hem Iraans had ingeschat. Al handenschuddend nemen we afscheid.
Zo gaat het bij mij wekelijks. Ik word in het Turks aangesproken, gevraagd van welk Indonesisch eiland ik kom of er wordt hardop geraden of ik Spaans of toch misschien Italiaans ben.
In een tijd waarin iedere huidskleur die afwijkt van blank zich gediscrimineerd voelt, heb ik moeite te begrijpen waarom zo velen het als discriminatie zien? Alle keren dat m’n etnische achtergrond verkeerd wordt ingeschat, zie ik het als interesse. Ik maak er spelletjes van: je mag nog 2x raden anders kost het je een koffie!
Wat ik wel kwalijk vind is dat, gelukkig alweer jaren terug, een collega opmerkte dat hij vond dat ik ‘te wit’ dacht. Huh? Ik snap nu dat hij zich vaak gediscrimineerd voelde als je de wereld zo ziet. Want werkelijk, ik ben kleurenblind. Jouw kleur maakt mij niet uit en van binnen zijn we allemaal roze. Daarover gesproken, ik heb mij nog nooit gediscrimineerd gevoeld terwijl ik behalve etnisch ondefinieerbaar ook nog lesbisch ben en binnenkort alleenstaand moeder word. Misschien moeten we wat vaker naar onszelf kijken. Want het is wel heel makkelijk om te zeggen dat je gediscrimineerd wordt terwijl jij je a-sociaal gedraagt of er criminele praktijken op nahoudt en vervolgens de politie de schuld geeft. Jouw houding bepaald jouw kleur. En in dat geval ben ik alle kleuren van de regenboog!