Er komt toch geen oorlog meer hè jongen?
Geen koffie vandaag jongen, ik ben de koffiekan kwijt en de koekjestrommel ook.
Je hebt Senseo ma en je hebt geen kan nodig. Ik help je wel even.
De koekjestrommel vind ik na wat zoeken in de koelkast en zet het op tafel.
Ze zit als “bevroren” en staart voor zich uit met waterige ogen.
Opeens zegt ze, Ze schieten bij de brug. Die arme jongens, zo jong nog.
Er komt toch geen oorlog meer hè jongen?
Nee ma er is niets aan de hand.
Mijn geheugen is best nog goed hoor. Ze doen hier net of ik gek ben.
Ik vergeet wel eens wat hoor. Maar dat vergeet je niet, die oorlog.
Er komt toch geen oorlog meer hè jongen?
Nee ma, als je wil vertellen hierover mag dat hoor.
Nee, we moeten sterk zijn en niet zeuren we moeten het land weer opbouwen.
Ach wat stom, staat de koekjestrommel gewoon op tafel.