Een gênant gesprek in de vierzit.
Even lijk ik beland te zijn in een gezellige vierzit. Mijn twee overburen zijn druk in gesprek met de meneer die naast mij zit. Mijn rechterbuurman komt moeilijk uit zijn woorden.
Het gesprek loopt een beetje stroef. Maar ja, iemand was het gesprek begonnen en dan kan je niet plotseling stoppen.
Het contrast is groot. Voor mij zit een ouder koppel. Typisch Nederlands. De vrouw heeft een nette rok aan en de man leest, met opgetrokken wenkbrauw, de krant. En oh ja, hij onderhoudt ondertussen ook het gesprek met zijn overbuurman.
Naast mij zit een donkere jongen rond de 30 jaar. Hij probeert uit te leggen wat hij vandaag gaat doen. Het gaat moeilijk. Mijn overbuurvrouw vraagt of hij werk heeft. Terwijl de donkere jongen uitlegt dat hij vier kinderen moet onderhouden en daarom in een magazijn werkt, verwerk ik even de vraag die zojuist gesteld werd. Ik merk dat ik het een nare vraag vond. Niet per se de vraag zelf, maar de manier waarop.
De krant is inmiddels opgeborgen. „Vier kinderen? Kun je dat wel onderhouden?”
Een lang antwoord volgt. De donkere jongen vertelt dat er zelfs nog een kleine aan komt.
“Je vrouw moet echt naar de dokter.”
Mijn overbuurvrouw kijkt de jongen streng in zijn ogen.
Langzamerhand wordt het een gênant en tenenkrommend gesprek. Het is een paar minuten stil. Plots wijst mijn overbuurvrouw naar de Metro: „Je moet de krant vaker lezen, dan leer je de taal sneller.” Haar man knikt wijs mee.
De donkere jongen probeert nog uit te leggen dat hij daar geen tijd voor heeft, aangezien hij veel moet werken. Maar de vrouw met de nette rok blijft bij haar stelling.
De trein arriveert in Lelystad. De donkere jongen verlaat de vierzit. Met een vriendelijke groet, van beide kanten, loopt hij de trein uit.
Ik blijf achter met het koppel. Ik begin me af te vragen waarom ik dit een gekke situatie vond. Was het de lichte arrogante toon van het oudere koppel? Of was het de donkere jongen die samen met zijn vrouw nog een vijfde kind er bij neemt terwijl ze het nauwelijks financieel kunnen redden? Een ding weet ik zeker: mensen kunnen enorm verschillen, maar het is goed om met elkaar in gesprek te blijven, ook al is het soms gênant en tenenkrommend.