Donald Duck

‘ Wak!’, ‘Ieks!’, ‘Snik!’. Nee, dit zijn géén gerechten of drankjes die je, vergezeld met een kommetje rijst, bij het Thaise food café op de hoek kan bestellen. En nee, dit is géén lastige Japanse puzzel. Nee, dit zijn woorden die toch vrijwel elk mens ooit is tegengekomen. Van dik tot dun, van jong tot oud, vrijwel iedereen heeft deze woorden ooit gelezen.

Het zijn namelijk een aantal van de meest gebruikte woorden in het wekelijkse tijdschrift de Donald Duck.

Ja, je kent hem wel, onze donzige, grappige, pluizige, heethoofdige en ga zo maar door, woerd. De eend die alleen bij het zwemmen een broek draagt en bij wie een knipperlichtrelatie al 80 jaar duurt. De verhalen waarvan je, naarmate je ouder werd alleen nog maar de eerste en laatste las, zijn heerlijk om doorheen te bladeren, maar eigenlijk slaan ze kant noch wal. Wie heeft er namelijk ooit een kraanvogel tegen een lampje zien praten of een papegaai een vrouw zien versieren? Nee, ieder weldenkend mens zou zich toch twee keer achter zijn oor krabben bij het lezen van een van Donald’s avonturen en zich afvragen wie dit, behalve kinderen, nu nog zou lezen.

Nou, zit diegene er even naast. Dit tijdschrift is namelijk het op 3 na meest gelezen tijdschrift van Nederland. Nogmaals; een blad, oorspronkelijk uitgegeven voor kinderen, waarin een papegaai een vrouw versiert, het op 3 na meest gelezen tijdschrift van Nederland!

En er kan maar één reden zijn waarom volwassenen dit blad zo graag lezen. Het ontvluchten van de werkelijkheid. In deze tijden van terreur, crises en het missen van het EK is er niets zo fijn als het even verhuizen naar een wereld waar dit alles geen verstrekkende gevolgen heeft. Ooit gehoord van een bomaanslag in Duckstad? Juist. En al had je er ooit van gehoord, dan waren het waarschijnlijk de zware jongens die even een paar tientjes kwamen lenen van Dagobert. Ooit Mickey een ontvoering niet zien oplossen? Juist, en anders deed je het zelf wel. Ooit Donald echt uit zijn huis getrapt zien worden wegens een huurachterstand? Juist. Ooit…Nee, het is duidelijk waar ik heen wil. Eigenlijk loopt in Duckstad altijd alles goed af en dat is de reden waarom we het zo graag lezen.

Eigenlijk zouden we net als Donald in het leven moeten staan. Na elke tegenslag, van een ongeluk of ontslag tot een breuk met Katrien, hij probeert het een week later gewoon opnieuw. Laten we dit positivisme meenemen en als het dan toch misgaat, tja, dan kunnen we altijd nog muntjes gaan poetsen.