De witte dood

Jan van Oranje 18 jul 2016

Quatorze Juillet 2016, het is feest in Frankrijk, het is feest in Nice. Op de boulevard, de Promenade des Anglais, is het druk. De vuurwerkshow is zojuist afgelopen en de feestende menigte trekt richting de gezelligheid van barretjes en restaurants. Ze lopen waar ze lopen willen, want de weg is afgesloten voor verkeer. Het is tegen 22.30 uur als een witte vrachtwagen de afzetting negeert. De chauffeur draait zijn witte vrachtwagen de boulevard op, op weg naar twee kilometer dood en verderf. Met een waanzinnige snelheid vliegt de vrachtwagen door het feestende publiek, met de intentie om te doden.

Binnen enkele minuten slaat de feeststemming over in blinde paniek. Mensen gaan rennen, niet wetend waar naar toe. Waar begint veilig en waar eindigt de hel? Mensen worden restaurants ingetrokken, of kruipen weg in een portiek. Achter hen komt de ‘Witte Dood’ al zigzaggend dichterbij, vergezeld door het gegil van doodsangst en het verschrikkelijke ploppende geluid van mensen die geraakt worden. Lichamen vliegen als kegels door de lucht. Een jogger, nietsvermoedend zijn dagelijkse rondje rennend, wordt een seconde later vermorzeld onder de grote wielen van de truck. Een gezin, dat net een ijsje heeft gehaald, vindt later hun dochtertje terug, herkenbaar aan haar knuffeltje, dat nog naast haar ligt. Een fietser probeert zigzaggend de vrachtwagen te ontwijken, terwijl de vrachtwagen alles op zijn dodenrit meesleurt, paaltjes, bomen, mensen. Enkele moedige mensen wagen hun leven door aan de deuren van de vrachtwagen te gaan hangen, in een dappere poging het monster achter het stuur tot stoppen te dwingen. Achter de vrachtwagen blijft een spoor van verdriet achter, rood gekleurd door het bloed van onschuldige mensen. Mannen, vrouwen, kinderen, de dood heeft vandaag geen echte voorkeur. Een man loopt verdwaasd tussen de platgereden lichamen door, de verschrikking negerend, op zoek naar zijn dierbaren. Verderop klinken schoten door het lawaai van tientallen sirenes heen, wanneer de vrachtwagen doorzeefd wordt door politiekogels, de chauffeur dood in zijn stoel achterlatend.

Iedereen spreekt zijn afschuw uit over alweer een aanslag op weerloze mensen, die niets anders wilden dan gezamenlijk genieten van een feest. Wereldleiders vallen over elkaar heen om de eerste te zijn die zegt dat dit nooit meer mag gebeuren. Maar het gebeurt toch. En het gebeurt straks weer. Op de Promenade des Anglais heeft de wereld een zwarte rouwrand gekregen.

Jan van Oranje