De proloog
We fietsen direct al achter elkaar en daar was ik vooraf zo bang voor.
Je kent dat wel: hij, in afritsbroek, voorop, gedecideerd met kaart. Zij, 15 meter erachter, haar grijze haren los in de wind, zonder make-up, maar met een gezicht dat boekdelen spreekt: “waarom altijd die prestatiedrang? Geniet toch van het uitzicht”. Gevolg: je spreekt elkaar de hele vakantie niet en als je elkaar spreekt gaat het over het fietstempo. Een nachtmerrie dus.
En nu, direct al, fietsen we zo. Ega fietst een paar honderd meter vóór me! Vooral omdat ze eerder begonnen is. We moeten linksaf richting de kerk dus roep ik: “Linksaf richting de kerk”. Korte aanwijzingen, weet ik uit 22 jaar ervaring, werken het best.
Ik ga ook de hoek om. En daar staat ze. Naast de fiets. Te kijken naar de kerk, die 400 meter verderop ligt, maar wel 80 meter hoger. Dat is 10 % klimmen en daar hebben we niet op getraind.
We wandelen, fiets in de hand, naar de kerk. Druk filosoferend of de hele route zo zal zijn. Ik, geruststellend, maar niet helemaal gerust. Ega bezorgd, maar niet helemaal ontzorgd.
Aangezien de kerk van Cuis bovenop een heuvel ligt, slingeren we daarna over schitterende kleine paadjes, tussen wijngaarden vol met druiven, naar beneden richting Cramant, zo’n drie kilometer verderop. De weg blijft heuvelachtig en daar aangekomen zijn de benen volgelopen met pap. We besluiten terug te fietsen en wat te gaan drinken. Een proloog is tenslotte altijd kort!
We fietsen in de Champagne regio, tijdens een tussenstop, op weg naar Blois. We overnachten er, voor het eerst, in een chambre d’hôtes, waar nogal wat rituelen heersen. Je noemt alle gasten bij de voornaam, vertelt waar je vandaan komt en waar je naar toe gaat en de eigenaresse schenkt een regionaal welkomstdrankje – champagne dus – en maakt haar eigen jam.
‘s Avonds schenkt de eigenaresse weer een welkomstdrankje en vertellen de andere gasten hun levensverhaal – ook een ritueel. Ze zijn al best oud en de eigenaresse blijft op en neer lopen met champagne. Aan het eind van de avond hebben we meer champagne op dan dat we kilometers gefietst hebben.
Op ons kamertje zetten we de wekker al vroeg, want het ontbijt is gezamenlijk, op een niet te veranderen, vaste tijd – ook een ritueel!
We wensen elkaar moe maar voldaan, niet van het fietsen maar van de champagne, welterusten. Het was een goede proloog!