C’est la vie

Daniel Joe Heemskerk 4 jul 2016

Wij staan stil op een kruising. Ik loop door een lege trein, en zij ligt buiten, afgedekt met een plastic zeil, zodat wij vanuit de trein niets kunnen zien. Ik weet dus ook niet of degene die er ligt een zij is, maar een eindje verderop ligt een damestas, en iets wat lijkt op een jas die ik heb zien hangen op de damesafdeling van de C&A. Grote kans dat het een meisje is dus, die er ligt.

Achter mij loopt een ander meisje. Ongeveer drie kwartier geleden was ze met haar vriendin enthousiast aan het praten over de theateracts op Oerol, en hoe graag ze die wilt zien, omdat ze er veel goeds over heeft gehoord tijdens haar lessen. Voor mij loopt een Afrikaanse vrouw met haar zoontje. Hij sliep vanaf het moment dat we het meisje hebben aangereden, totdat we werden geëvacueerd. Hij snapt niet wat er gebeurt. Gelukkig maar, want de mensen die het wél begrijpen, zijn alleen maar chagrijnig omdat zij nu te laat komen voor het werk. En zo is het twee uur lang gegaan.

Twee uur lang wordt er door de treinreizigers boos gereageerd op de situatie buiten. Mensen boeken zuchtend hun overtocht om, vragen zich om de tien minuten geërgerd af hoe lang het nog gaat duren, en er wordt zelfs gevloekt. De rest van de mensen blijven stil naar de schermpjes van hun telefoon en MP3-speler staren. En degene die buiten ligt kan ze niks schelen.

Ik heb veel mensen gekend die in hun hoofd ook op zo´n kruising stonden. En gelukkig hebben zij er voor gekozen om over te steken, voordat de slagbomen gedaald zijn. Dat wordt beloond en geaccepteerd door de maatschappij, maar de personen die niet sterk genoeg zijn eindigen als een naamloze ergernis van een HBO-scholier.

Ik vraag me af wat zij had gedaan als ze in de trein had gezeten. Zou zij ook chagrijnig hebben gekeken naar haar telefoon? Misschien was ze wel, ter afleiding, met het Afrikaanse kindje gaan spelen. Dan had ze de moeder aangekeken met een lieve glimlach, en tegen mij gezegd dat hij zijn onschuld nog even moest behouden. Dat kinderen zo lang mogelijk hun onschuld moeten behouden, terwijl ze die zelf al lang kwijt is. Feit blijft dat niemand geïnteresseerd is in haar.

Niemand die het interesseert dat er vorige week iemand niet is aangeschoven voor het avondeten. Of een vriendinnengroepje is geslonken. Dat twee ouders zich afvragen of ze het verkeerd hebben gedaan. Voor de rest van mijn coupé gaat het leven gewoon verder. C´est la vie.