Voetbal is dood
Toen ik studeerde woonde ik ooit een half jaar aan de westkust van Amerika. Als fervent voetballiefhebber probeerde ik ondanks het tijdverschil iedere belangrijke wedstrijd te zien, en omdat voetbal het leukst is wanneer je het met anderen kijkt, nodigde ik dan vaak een paar Amerikaanse vrienden uit. Maar altijd tevergeefs.
‘I would rather watch paint dry’, was de standaard reactie als ik weer eens enthousiast een voetbalpot probeerde te verkopen. Wat volgde was een betoog over de geweldige actie bij basketbal en American football, en dat mijn sport die negentig minuten duurt en waarin soms niet eens gescoord wordt, te saai voor woorden is.
Ik ging er, natuurlijk, tegenin. ‘De hele wereld houdt van voetbal behalve jullie, stelletje bekrompen yanks.’ Maar dit seizoen vraag ik mezelf steeds vaker af of ze niet een beetje gelijk hebben.
De poulefase van dit EK is de minst productieve in vierentwintig jaar. Tijdens de halve finales van de laatste Champions League, waarin de vier beste teams van Europa het tegen elkaar opnemen, waren drie van de vier wedstrijden niet om aan te zien en vielen er slechts vijf goals in zes uur voetbal. Paint drying.
Het probleem is denk ik dit. Vroeger was voetbal aantrekkelijk, omdat, overdreven gezegd, tactiek niet bestond en spelers na een uur doodop waren en er dus enorm veel ruimte kwam op het veld. Tegenwoordig zijn voetballers conditioneel zo fit en teams tactisch dusdanig sterk, dat iedere ploeg zich rustig kan terugtrekken op eigen helft gokkend op de counter, wetende dat geen team goed genoeg is om ze in negentig minuten stuk te spelen.
Het resultaat: niemand wil de bal meer en iedere wedstrijd verzandt in een soort handbalsetting, waarbij het aanvallende team de bal van links naar rechts breit, terwijl de verdedigers geduldig wachten op een fout. Bij Manchester City en Atlético Madrid, twee van de eerdergenoemde Champions League halve finalisten, blijkt zelfs dat hoe lager hun balbezitpercentage, hoe groter de kans dat ze de wedstrijd winnen.
Voetbal staat niet bekend om haar innovatie. In 1994 werd voor het laatst een game changer ingevoerd die het spel aantrekkelijker moest maken: het driepuntensysteem. Tweeëntwintig jaar later is het tijd voor een nieuwe rigoureuze (maat)regel. Maak het veld groter, schaf buitenspel af, of stuur iedereen met een gele kaart voor een kwartier het veld uit. Doe iets. Want op deze manier is er weinig meer aan. Het spel is uitgespeeld. Voetbal, in z’n huidige vorm, is dood.