Treinen is een drama-serie an sich

Treinen is voor mij een hobby geworden sinds ik studeer. Het is een andere wereld die ik binnenstap, door mezelf tussen twee grote geel-blauwe deuren heen te manoeuvreren. Een wereld waarin ik deel uitmaak van de levens van anderen, maar op hetzelfde moment eentje waar ik mentaal geïsoleerd kan zijn van degene die een centimeter of dertig van me verwijderd is.

Ik beleef veel avonturen die ik eigenlijk niet zelf beleefd heb. En misschien is het niet eens zo beleefd om deze avonturen te beleven. Omdat er altijd één verhaal van medereizigers, qua aantal decibel, uitsteekt boven de anderen, kan ik er niks aan doen dat ik mezelf daarin wel móét inleven.

Zo weet ik nog dat ik laatst getuige was van mensen die vermoedden dat een van hun kinderen in contact was met een loverboy of –girl. Het geslacht van de dader, daar deden ze erg geheimzinnig over. Voor mij begon het inleven. Het voelde alsof ik op een verlaten hangjongerenplek, die door de neervallende regen en de kapotte lantaarnpalen erg donker was, langsliep, door de dames gevraagd werd om in hun gespreksgroepje deel te nemen en vervolgens keihard genegeerd werd. Maar toch bleef ik staan. “Ze kwam terug met 40 euro! Dat is heel veel!”, zei de ene vrouw terwijl ze haar capuchon, die ze over haar hoofd had gegooid, rechttrok. Ik mocht haar duidelijk niet zien. “12 jaar…”, sprak de andere vrouw, wiens gezicht ik door de duisternis ook niet zag, hoofdschuddend, “en dan al zoveel geld. Dat kan toch niet?”. “Ik vertrouw het ook niet hoor”, antwoordde de capuchon-vrouw licht angstig. “Je hoort het zo vaak, maar dan komt het toch dichtbij”. “Ja, al die internetafspraakjes tegenwoordig. Jakkes”. “Oh nee hoor, ze ging gewoon naar school. Bij Juf Rosalie”. “Oh? Nou… helemaal vreemd dan”, zei de capuchonloze vrouw die haarzelf ondertussen van een paar pufjes eau de parfum voorzag. Voor mij, als het genegeerde derde wiel in het gespreksgroepje, was Juf Rosalie opeens de dader. Om daadwerkelijk voor Sherlock te spelen had ik echter meer tijd nodig, maar helaas. Het werd een cliffhanger. Ik moest uitstappen.

Soms blijft het jammer dat deze vierde wand maar een tijdelijk fenomeen is. En zodra ik mezelf, bijkomend van het zonet spontaan afgekapte avontuur, nog net op tijd tussen de twee bekende werelddeuren door zie ontsnappen, sta ik voor ik het weet weer in mijn eigen wereld. Toch ook best fijn.