Reizen met het ov is sportiever dan je denkt!
Als mensen mij vragen of ik aan sport doe, antwoord ik vaak met nee. Ik sport namelijk niet bij een vereniging of sportschool zoals de meeste mensen, maar toch doe ik op een of andere manier zeker wel aan sport. Zo reis ik elke dag met het openbaar vervoer. Makkelijk denk je? Dat valt nog vies tegen!
Voor mijn studie reis ik elke dag met het openbaar vervoer. Welke student niet tegenwoordig? Waar ik vroeger nog dacht dat het reizen met het openbaar vervoer een groot feest is, waarmee je lekker rustig van A naar B komt, weet ik nu zeker dat dat dus absoluut niet het geval is. Het reizen met het openbaar vervoer is te vergelijken met verschillende sporten, die zowel ‘goed’ zijn voor je conditie als voor je kracht. Beiden train je dan ook dagelijks.
Het begint al op het moment dat ik naar de bus ga. Zelf ben ik niet de snelste ‘s ochtends waardoor ik vaak binnen een paar minuten naar de bus moet zien te komen. Hollen dus. Dat was de warming up. Na de warming up heb je twintig minuten rust, voordat je doorgaat met het volgende onderdeel: trappen lopen op het station.
Op het moment dat je na het lopen van je trappen boven bent gekomen, heb je weer even rust. Ergens is het wel lekker, die rustpauzes tussen de workouts. Zodra de trein aankomt begint er een nieuw soort workout. Hierbij train je je snelheid, reactievermogen, ellebogenwerk en knieën. Ik heb het natuurlijk over het in de trein komen en het proberen te krijgen van een plek. Voor sommige sportievelingen komt er nu nog een deel bij: ‘verstoppertje!’. Het doel hiervan is om de conducteur te vermijden als je weer eens zwart of eerste klas rijdt. Dat doe ik nooit, aangezien ik niet zo sportief ben aangelegd.
Zodra je het station binnenrijdt begint een van de laatste, maar meest uitdagende etappes. Het snelwandelen naar de overvolle bus en het met volle kracht trainen van je armspieren, benen, knieën en ellebogen. Het bijzondere aan dit onderdeel is dat de stem ook vaak wordt getraind door het niet bepaald vriendelijk begroeten van je medereizigers. Zodra je in de bus bent, komt het laatste deel van de workout. Hierin train je je longen (amper gelegenheid om fatsoenlijk te ademen), je evenwicht (je staat hutje mutje op elkaar, probeer maar eens niet om te vallen), je beenspieren (om te blijven staan) en je armspieren (om je tas(sen) te tillen).
Dit moet je zo’n 10 minuten vol zien te houden. Daarna word je beloond met frisse lucht en heb je je bestemming bereikt. Een goed sportief begin!